Informatie weergeven
Gegevens (waypoints, routes, sporen) overdragen van of naar een SD-
kaart:
1. Plaats een SD-kaart in de SD-kaartuitsparing aan de voorkant van het toestel.
2. Selecteer in het startscherm
Informatie
verzenden
>
Bewaar op
kaart.
3. Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden:
•
Selecteer de bestandsnaam in de lijst.
•
Selecteer
Voeg nieuw bestand toe
Voer de bestandsnaam in met gebruik van de tuimelschakelaar en
selecteer OK.
4. Selecteer
Ja
om waypoints, routes en sporen op te slaan naar de SD-kaart.
De bestandsnaam krijgt de toevoeging .adm.
Gegevens (waypoints, routes, sporen) overdragen van of naar een SD-
kaart:
1. Plaats een SD-kaart in de SD-kaartuitsparing aan de voorkant van het toestel.
2. Selecteer in het startscherm
Informatie
verzenden.
3. Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden:
•
Selecteer
Voeg in van kaart
brengen naar de kaartplotter en deze te combineren met de bestaande
gebruikergegevens.
•
Selecteer
Vervang van kaart
overschrijven.
4. Selecteer de bestandsnaam in de lijst. De gegevens worden van de SD-kaart
naar de kaartplotter verzonden.
40
>
Gebruikergegevens
>
Data
om een nieuw bestand te maken.
>
Gebruikergegevens
>
Data
om gegevens op de SD-kaart over te
om de items op uw kaartplotter te
De geïntegreerde kaarten kopiëren naar een SD-kaart:
1. Plaats een SD-kaart (van minstens 4 GB) in de SD-kaartuitsparing aan de
voorkant van het toestel.
2. Selecteer in het startscherm
Informatie
verzenden
>
Ingebouwde kaart kopiëren
opgeslagen kaarten te kopiëren naar de SD-kaart.
Gegevens naar of van een nMEA 2000-netwerk overbrengen:
1. Sluit het toestel aan op een NMEA 2000-netwerk. (Raadpleeg de installatie-
instructies voor de GPSMAP 400/500.)
2. Selecteer in het startscherm
Informatie
verzenden
> netwerk.
3. Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden:
•
Selecteer
Kloon gebruikergegevens
naar andere op het netwerk aangesloten kaartplotters over te brengen. De
bestaande gegevens op deze kaartplotters worden overschreven.
Voeg gebruikergegevens in
•
Selecteer
tussen alle op het netwerk aangesloten kaartplotters. Unieke gegevens
worden op elke kaartplotter gecombineerd met bestaande gegevens.
Back-ups maken van gegevens op een computer:
1. Plaats een SD-kaart in de SD-kaartuitsparing aan de voorkant van het toestel.
Informatie
2. Selecteer in het startscherm
verzenden
>
Bewaar op
kaart.
GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
>
Gebruikergegevens
>
Data
om de op uw kaartplotter
>
Gebruikergegevens
>
Data
om waypoints, routes en sporen
om gegevens over te brengen
Gebruikergegevens
Data
>
>