Samenvatting van Inhoud voor Garmin GPSMAP 400 Series
Pagina 1
GPSMAP 400-/500-serie ® gebruikershandleiding...
Pagina 2
Informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud zonder de verplichting personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Inleiding Inleiding Snelkoppelingen In deze handleiding vindt u informatie over de volgende producten: • Het toestel in- en uitschakelen: pagina • GPS-satellietsignalen ontvangen: pagina GPSMAP 420/420s GPSMAP 450/450s ® GPSMAP 421/421s GPSMAP 451/451s • SD-kaarten plaatsen en verwijderen: pagina GPSMAP 520/520s GPSMAP 525/525s •...
Routes maken en gebruiken ..............Toestelinstellingen initialiseren ..............Tracks gebruiken ................... De schermverlichting aanpassen............. BlueChart g2 Vision gebruiken .............. Het toetsenbord gebruiken ..............Navigeren met een Garmin-stuurautomaat ........... GPS-satellietsignalen ontvangen............. Informatie weergeven..............De simulatormodus gebruiken ..............Systeeminformatie weergeven ..............Een kompas weergeven ................
Pagina 5
Inleiding De kaartplotter configureren ............. DSC (Digital Selective Calling) ..........Systeeminstellingen configureren ............De kaartplotter in combinatie met een marifoon gebruiken ....De eenheden configureren ..............Een DSC-contactpersoon toevoegen ............ De taal van het systeem wijzigen ............De DSC-lijst weergeven................. De navigatievoorkeuren configureren ............
Garmin Ga voor meer informatie naar: USA via (913) 397.8200 of (800) 800.1020. www.garmin.com/aboutGarmin/environment/disposal.jsp. Neem in het VK contact op met Garmin (Europe) Ltd. via het telefoonnummer 0808 2380000. Conformiteitsverklaring Hierbij verklaart Garmin dat de GPSMAP 400- en 500-serie Ga in Europa naar www.garmin.com/support...
Aan de slag Aan de slag Overzicht van het toestel VOEDING/ SCHERMVER- LICHTING BEREIK (+/-) Tuimelknop MARK SELECT MENU HOME Voeding/Gegevens Externe GPS- SD-kaartuitsparing antenne GPSMAP 520/525/550/555 Illustratie van GPSMAP 526 GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding...
Pagina 8
Aan de slag Externe GPS- antenne Voeding/ Gegevens GPSMAP 420/450 NMEA 000 ® Externe GPS- antenne Voeding/ Gegevens GPSMAP 526/556 GPSMAP 421/451 521/551 GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding...
Aan de slag Het toestel in- of uitschakelen Toestelinstellingen initialiseren aan-uitknop kort ingedrukt. Om het toestel in te schakelen, houdt u de Als u het toestel voor het eerst inschakelt, dient u de aanvankelijke Als een scherm met een waarschuwing wordt weergegeven, selecteer dan instellingen te configureren.
Aan de slag Minimum veilige diepte: selecteer de minimaal veilige diepte voor uw boot. Raadpleeg de documentatie van uw boot voor meer informatie. Ondiepwateralarm: alleen beschikbaar als u NMEA-dieptegegevens van of Nee. een echolood ontvangt. Selecteer Minimum ruimte boven: selecteer de minimum doorvaarhoogte voor uw boot.
. Wanneer het toestel de satellietsignalen verliest, verdwijnen de groene balken en wordt het positiepictogram SELECT weergegeven als een knipperend vraagteken. MENU Ga voor meer informatie over GPS naar de Garmin-website op HOME www.garmin.com/aboutGPS. GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding...
U kunt de softwareversie, de versie van de basiskaart en het identifica- u gegevens overbrengen, zoals bijvoorbeeld waypoints, routes en tracks tienummer van het toestel bekijken voor uw kaartplotter. U kunt naar een ander compatibel Garmin-product of een computer (pagina 34).
, dient u als volgt bij te werken naar de meest recente versie ® van MapSource: klik op Help > Controleren op software-updates of ga naar de website van Garmin op www.garmin.com. Het beginscherm Via het beginscherm hebt u toegang tot alle andere schermen. In elk scherm...
Kaarten gebruiken Kaarten gebruiken • 3d roergangersbeeld: een beeld van bovenaf en van achter uw boot dat een driedimensionaal navigatiehulpmiddel vormt. De gegevens van Uw kaartplotter beschikt over een wereldkaart, een geïntegreerde BlueChart g2 Vision 3D Roergangersbeeld zijn gedetailleerder dan de gedetailleerde kaart van de Amerikaanse binnenmeren of BlueChart voorgeladen gegevens.
Kaarten gebruiken Overige schepen: bekijk informatie over andere schepen als uw kaartplotter is aangesloten op een extern AIS (Automatic Identification Uw boot System)- of DSC (Digital Selective Calling)-toestel (pagina 49). Navigatie stoppen: stop met het navigeren naar uw bestemming (alleen beschikbaar tijdens het navigeren). Zichtbaar Getijdenstation wrak...
Kaarten gebruiken • Onder motor: de gegevensbalken GPS-snelheid, GPS-koers, Diepte en Waypoint VMG wordt onder de volgende omstandigheden weergegeven: GPS Position-positie in- of uitschakelen. Selecteer inst. gegevensbalk • Waypoint VMG wordt in de gegevensbalk Routedeel weergegeven om de positie van de gegevens op het scherm in te stellen. wanneer u een route aflegt of een automatische begeleidingslijn volgt.
Kaarten gebruiken Navigeren naar een punt op de kaart Als u de kaart wilt schuiven, drukt op de pijl-omhoog, -omlaag, -links of -rechts van de tuimelknop. 1. Selecteer in het beginscherm Kaarten. 2. Selecteer Navigatiekaart, Viskaart Splits kaart. 3. Met de tuimelknop selecteert u de gewenste positie op de kaart. 4.
Kaarten gebruiken Toegang tot overige objectinformatie Informatie van het getijdenstation weergeven Met de kaartwijzer ( ) kunt u informatie weergeven over kaartitems, Informatie van het getijdenstation wordt op de kaart weergegeven door een waypoints en kaarten op het scherm. gedetailleerd pictogram dat het relevante getijdenniveau laat zien. U kunt een uitgebreide grafiek voor een getijdenstation weergeven die u helpt het Toegang tot overige objectinformatie: getijde voor verschillende tijdstippen of dagen te voorspellen.
Kaarten gebruiken detail: hiermee stelt u in hoe gedetailleerd de verschillende zoomniveaus op de kaart worden weergegeven. Druk op de Druk op de rechterpijl van linkerpijl van de Windrichtingaanwijzer tuimelknop tuimelknop om meer details minder details Kompasroos weer te geven weer te geven op de kaart.
Kaarten gebruiken puntpeilingen: dieptemetingen in- of uitschakelen en een gevaarlijke De splitskaart gebruiken diepte instellen. Gebruik de splitskaart om de navigatiekaart tegelijkertijd bij twee verschillende zoomniveaus weer te geven. veiligh.arcering: een geselecteerde diepte identificeren. Gebieden met diepten die ondieper zijn dan de opgegeven waarde zijn blauw gearceerd weergegeven, terwijl gebieden die dieper zijn dan de opgegeven waarde wit zijn gearceerd.
Kaarten gebruiken 3D-perspectief gebruiken • waypoints: hiermee geeft u bestaande waypoints weer, sorteert of filtert u deze of maakt u nieuwe waypoints. 3D-perspectief biedt een panoramisch beeld van bovenaf en vanachter • Nieuw waypoint: hiermee bewerkt, verwijdert of maakt u een nieuw uw boot (in overeenstemming met uw koers) en dient als visueel waypoint.
Kaarten gebruiken 3D Roergangersbeeld gebruiken Druk op de Bereik-toets (+) om het perspectief dichter bij de boot en het water te brengen. Druk op de Bereik-toets (-) om het perspectief Een BlueChart g2 Vision SD-kaart biedt 3D Roergangersbeeld, een verder van de boot vandaan te brengen. De schaal ( ) wordt kort gedetailleerd driedimensionaal beeld van bovenaf en vanachter uw boot onder aan het scherm weergegeven.
Kaarten gebruiken gevarenkleuren: de gevarenkleuren in- of uitschakelen. De instelling Uit Corridor brdte: hiermee kunt u de breedte van de koerslijn voor de toont de kust zoals u deze vanaf het water ziet. De instelling aan gebruikt navigatie aanpassen. Deze instelling heeft ook invloed op routes een kleurenschaal om ondiep water en land aan te geven.
Kaarten gebruiken De viskaart maakt gebruik van gedetailleerde bathymetrische gegevens op een voorgeprogrammeerde SD-kaart van BlueChart g2 Vision en is de meest geschikte kaart voor diepzeevissen. Selecteer in het beginscherm Kaarten > Viskaart. Zwevende doelen Visoog 3D Tracks: hiermee schakelt u het tracklogboek in of uit. gegevensbalken: de waarden voor onder motor, navigatie, vissen, brandstof of onder zeil tonen of verbergen (pagina...
Kaarten gebruiken Zie “Navigatiekaartmenu’’ op pagina 9 voor informatie over instellingen OpMErKiNg: als deze functie is ingeschakeld, worden de satellietbeelden en opties met betrekking tot Kaart volledig scherm, Waypoints en tracks, met hoge resolutie alleen weergegeven bij lagere zoomniveaus. Als de Overige schepen en Gegevensbalken.
Kaarten gebruiken Luchtfoto’s weergeven Toegang tot luchtfoto’s vanaf de navigatiekaart: Met de tuimelknop markeert u een camerapictogram met de aanwijzer Voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-SD-kaarten bevatten en selecteert u Luchtfoto of Herzie. luchtfoto’s van een groot aantal oriëntatiepunten, jachthavens en havens. Met deze foto’s kunt u zich op de omgeving oriënteren of uzelf voor aankomst alvast vertrouwd maken met (jacht)havens.
Kaarten gebruiken Gedetailleerde weg- en POI-gegevens Een gesplitst kaart- en echoloodscherm weergeven: 1. Selecteer Kaart/Echolood in het beginscherm. BlueChart g2 Vision bevat gedetailleerde weg- en POI-gegevens, 2. Selecteer het type kaart in het gesplitste scherm. waaronder zeer gedetailleerde kustwegen en nuttige punten (POI’s), zoals restaurants, logies, plaatselijke attracties en meer.
Waarheen? Waarheen? Naar een bestemming navigeren U kunt zoeken en navigeren naar waypoints, routes, tracks en services, Gebruik de optie waarheen? in het beginscherm om te zoeken en te zoals garages en hellingen in de buurt. navigeren naar waypoints, routes, tracks en services, zoals garages en hellingen in de buurt.
Pagina 29
Waarheen? Stoppen met navigeren: OpMErKiNg: druk op de pijl-rechts of -links om meer informatie weer te Druk op MENU en selecteer Stop navigeren. geven of om de locatie op een kaart weer te geven. Een bestemming zoeken op naam: 4. Selecteer Navigeer naar. 1.
Waarheen? Waypoints maken en gebruiken Een bestaand waypoint wijzigen: 1. Markeer in de navigatiekaart het waypoint met de kaartwijzer ( U kunt maar liefst 1500 waypoints (3000 voor de GPSMAP 421-/451-/521- /551-/526-/556-modellen, inclusief de “s’’-modellen) opslaan met voor elk Selecteer in het beginscherm Informatie >...
Waarheen? Een waypoint of MOB verwijderen: 1. Markeer op de navigatiekaart het waypoint of de MOB met de kaartwijzer ( Selecteer in het beginscherm Informatie > Gebruik gegevens > Waypoints. 2. Selecteer het waypoint dat of de MOB die u wilt verwijderen. 3.
Waarheen? 5. Selecteer MENU om de route op te slaan. Een route verwijderen: 1. Selecteer in het beginscherm Informatie > Gebruikersgegevens > 6. Selecteer de route om de route te bewerken, te verwijderen of naar de Routes. route te navigeren. 2.
Pagina 33
Waarheen? De actieve track wissen: Selecteer in de navigatie- of 3D-perspectiefkaart MENU > Waypoints en tracks > Actieve tracks > Wis actieve track. Het trackgeheugen is gewist; de huidige track wordt nog steeds opgenomen. De actieve track volgen in tegengestelde richting: 1.
Waarheen? • wikkel: het tracklogboek wordt continu bijgehouden, waarbij de oudste BlueChart g2 Vision gebruiken trackgegevens worden vervangen door nieuwe gegevens. Met de optionele voorgeprogrammeerde SD-kaarten voor BlueChart g2 Opslag interval: hiermee bepaalt u de frequentie waarmee de trackcurve Vision kunt u het meest van uw toestel profiteren. Naast gedetailleerde wordt geregistreerd.
OpMErKiNg: U kunt geen BlueChart g2 Vision-gegevens overzetten van uw SD-kaart naar uw computer als back-up of om deze weer te geven. U kunt de SD-kaart alleen gebruiken met Garmin GPS-toestellen die compatibel zijn met BlueChart g2 Vision. Navigeren met een Garmin-stuurautomaat...
Informatie weergeven Informatie weergeven Nummers weergeven U kunt numerieke gegevens weergeven en aanpassen, zoals de diepte, Via het scherm Informatie hebt u toegang tot informatie over de GPS en navigatie-informatie. U kunt het aantal weergegeven velden en dashboardmeters, getijden, stromingen, gebruikersgegevens en andere het type informatie in elk veld aanpassen.
OpMErKiNg: Om brandstofinformatie te kunnen zien, moet uw toestel zijn aangesloten op een externe brandstofsensor, zoals de Garmin GFS ™ GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding...
Informatie weergeven Uw brandstofmeters synchroniseren met de brandstof: Selecteer in het beginscherm Informatie > Dashboard > Brandstof > MENU. • Alle tanks vullen: selecteren wanneer uw tank vol is. Er wordt een schatting van het totaal aan brandstof weergegeven. Pas deze indien nodig aan.
6.12.2, voer dan een update uit naar de meest recente versie door op Help > Controleren op software-updates te klikken of door op de website van Garmin te kijken op www.garmin.com. 3. Plaats de SD-kaart in een SD-kaartlezer die is aangesloten op de computer.
Pagina 40
Informatie weergeven 4. Klik vanuit MapSource op Overdragen > Verzenden naar toestel. 4. Selecteer om waypoints, routes en tracks op te slaan naar de SD-kaart. De bestandsnaam krijgt de toevoeging .adm. 5. Selecteer in het venster Verzenden naar toestel het station voor de SD-kaartlezer en de gegevenstypen die u wilt kopiëren naar uw Gegevens (waypoints, routes, tracks) overdragen van of naar een (waypoints, routes, tracks) overdragen van of naar een...
OpMErKiNg: alleen de volgende toestellen zijn compatibel met die is aangesloten op een computer. NMEA 2000: 5. Open in Windows Verkenner de map Garmin\UserData op de SD-kaart. ® GPSMAP 451/451s GPSMAP 526/526s 6. Kopieer het desbetreffende ADM-bestand op de kaart en plak dit in een...
Informatie weergeven aiS-lijst: informatie over alle schepen waar uw toestelt toezicht op houdt. In de AIS-lijst ziet u de MMSI’s of de namen van de AIS-boten (als de boot deze namen uitzendt). De lijst is gesorteerd op bereik. De dichtstbijzijnde boot staat boven aan de lijst.
Systeeminstellingen configureren fabrieksinstellingen. De knop bewaar op kaart dient om problemen op te lossen. Medewerkers van de technische ondersteuning van Garmin vragen Om de algemene systeeminstellingen te wijzigen, selecteert u u wellicht deze knop te gebruiken om gegevens over uw kaartplotter op te Configureer >...
De kaartplotter configureren voorl.koers: hiermee stelt u de referentiepunten in voor het berekenen De taal van het systeem wijzigen van de koers. Als u de systeemtaal wilt wijzigen, dient u in het beginscherm Configureer > Voorkeuren > Taal en de gewenste taal te selecteren. •...
Selecteer in het beginscherm Configureer > Communicatie om de voor de peiler, de route, het systeem en de Garmin NMEA-instellingen in communicatie-instellingen te wijzigen. of uit. Seriële poort 1: configureer de invoer-/uitvoerindeling die voor seriële NMEA 0183-uitvoerzinnen in- of uitschakelen: poort 1 moet worden gebruikt wanneer u uw kaartplotter aansluit op 1.
De kaartplotter configureren NMEa 2000-toestellen: hiermee geeft u een lijst weer met de in uw Navigatiealarmen instellen netwerk aangesloten NMEA 2000-toestellen. Als het NMEA 2000-toestel Om een navigatiewaarschuwing in te stellen, selecteert u in het configuratieopties of -instellingen heeft, selecteer dan het toestel voor een beginscherm Configureer >...
OpMErKiNg: om brandstofinformatie te kunnen zien, moet uw toestel zijn aangesloten op een externe brandstofsensor, zoals de Garmin GFS 10. Ondiep water: hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de diepte onder de opgegeven waarde komt.
Als het wieltje zonder problemen draait, controleer dan de kabelverbindingen. Neem contact op met de productondersteuning van Garmin als de melding blijft verschijnen. brandstofcapaciteit: typ hier de totale brandstofcapaciteit van uw boot. GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding...
De kaartplotter configureren Overige schepen configureren configureren Als u instellingen voor andere schepen wilt configureren, selecteer dan in het beginscherm Configureer > Overige schepen. OpMErKiNg: om AIS- of DSC-gegevens voor andere schepen te configureren, moet uw toestel zijn aangesloten op een extern AIS- of DSC-toestel.
Echolood gebruiken Echolood gebruiken Diepte Temperatuur Wanneer de volgende kaartplotters zijn aangesloten op een transducer, kunnen ze als viszoeker worden gebruikt: Snelheid GPSMAP 420s GPSMAP 450s GPSMAP 421s GPSMAP 451s Zwevende GPSMAP 520s GPSMAP 525s doelen Bereik GPSMAP 521s GPSMAP 526s GPSMAP 550s GPSMAP 555s GPSMAP 551s...
Echolood gebruiken Diepte, temperatuur en snelheid Diepte, temperatuur en snelheid Ingezoomde Zoom- Bereik diepteschaal venster Bereik Zoomniveau Frequentie of bundelbreedte Frequenties van transducer Gesplitste frequentie Splits zoom Het gesplitste zoomscherm Het temperatuurlogscherm Op het gesplitste zoomscherm beschikt u over de volledige echoloodge- Als u een transducer met temperatuurmeting gebruikt, wordt in het scherm gevens in de grafiek en een gedeelte daarvan in een ingezoomde uitsnede.
Echolood gebruiken MENU vissymbolen: hiermee stelt u in hoe het echolood zwevende doelen Druk op om de duur en de schaal voor het logboek in te stellen. interpreteert. Het toestel interpreteert geen echoloodgegevens (standaard). Temperatuur en diepte Zwevende doelen worden met symbolen aangeduid. Achtergrondgegevens worden weergegeven, zodat het verschil tussen vis en structuur beter zichtbaar is.
Echolood gebruiken wittelijn: hiermee wordt de sterkte van het opgevangen signaal van de Geavanceerde echoloodinstellingen bodem gemarkeerd om de hardheid of zachtheid aan te geven. MENU Druk op als u de geavanceerde echoloodinstellingen wilt aanpassen terwijl het echoloodscherm wordt weergegeven. •...
Pagina 54
Echolood gebruiken Zoom: hiermee kunt u inzoomen op een gedeelte van het volledige scherm. De zoominstelling is uit of standaard ingesteld op geen zoom. Er zijn vier opties beschikbaar: • geen zoom: hiermee schakelt u het zoomen uit. • 2x zoom: twee keer vergroten. •...
De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen die positiemeldingen verzenden. Snel informatie over persoonlijke standaardoproepen instellen en verzenden naar uw Garmin-marifoon. Wanneer u een noodoproep voor een man-over-boord initieert vanaf uw marifoon, wordt op de kaartplotter het scherm Man-over-boord weergegeven en wordt u gevraagd naar de positie te navigeren waar de persoon van boord is gevallen.
Configureer > Overige schepen. Als uw Garmin-kaartplotter en marifoon via NMEA 0183 of NMEA 2000 2. Selecteer om deze functie in of uit te schakelen. zijn verbonden, ontvangt u een waarschuwing van uw kaartplotter wanneer uw marifoon een DSC-noodoproep ontvangt. Als er positiegegevens zijn...
Deze optie is alleen beschikbaar Wanneer uw Garmin-kaartplotter is verbonden met een marifoon die als u een met Garmin NMEA 2000 compatibele marifoon gebruikt. compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u de navigatie naar een punt • Selecteer...
Als u bijvoorbeeld 4 uur Wanneer u de Garmin-kaarplotter aansluit op een met Garmin VHF selecteert, worden alle padpunten (van minder dan vier uur oud) voor NMEA 2000 compatibele marifoon, kunt u de interface van de kaartplotter bijgehouden schepen weergegeven.
Oproep op uw Garmin-marifoon. Een AIS-doel oproepen Wanneer u de Garmin-kaarplotter aansluit op een met Garmin VHF NMEA 2000 compatibele marifoon, kunt u de interface van de kaartplotter gebruiken voor het uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen naar een AIS-doel. Meer informatie over het selecteren van een ander kanaal dan het...
Appendix waaS-nauwkeurigheid: diepte: 762 m (2500 ft.) (1 kW), 457 m (1500 ft.) (dubbele frequentie), positie: <3 m (10 ft.), 95% standaard* 274 m (900 ft) (dubbele bundel)** Snelheid: 0,05 m/sec stabiele toestand *transducers van 1 kW alleen compatibel met de dynamiek: 6 g GPSMAP 525s-/526s-/555s-/556s-toestellen.
Pagina 62
Mogelijk al vol: een fout bij het lezen van gebruikersgegevens in de SD-kaartaansluiting geplaatst. de kaart. Verwijder de kaart en plaats deze opnieuw. Neem contact op met uw dealer of met de technische ondersteuning van Garmin als het probleem geen waypoints/routes/tracks/eigen waypoints gevonden: gebruiker zich blijft voordoen.
Pagina 63
Appendix Kan zulke hoge spanningen niet meten, bovengrens bereikt: de Naar veilige regio: de boot nadert een regio die op basis van uw spanning in het scherm Accu-alarm is hoger dan door het toestel kan configuratie-instellingen als veilig is gedefinieerd. worden gelezen.
Appendix Track geheugen is vol, kan geen track aanmaken: het trackloggeheugen waypoint bestaat al: u hebt een waypointnaam opgegeven die al in is vol. U kunt pas extra tracks opslaan als u oude gegevens verwijdert om het geheugen staat. Wijzig de naam van het waypoint of verwijder het geheugen beschikbaar te stellen.
SD-kaartlezer die is aangesloten op een computer. geïnstalleerd NMEA 2000-netwerk. 2. Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op de SD-kaart. GPSMAP 451/451s GPSMAP 526/526s 3. Kopieer het desbetreffende BMP-bestand op de kaart en plak dit in GPSMAP 551/551s GPSMAP 556/556s een willekeurige locatie op de computer.
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST. LEES DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG. Garmin kent u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit toestel (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken bij het normale gebruik van dit product. De eigendomstitel, de eigendomsrechten en de intellectuele eigendomsrechten van de software blijven berusten bij Garmin.