De kaartplotter configureren
brandstofcapaciteit: typ hier de totale brandstofcapaciteit van uw boot.
Overige schepen configureren
Als u instellingen voor andere schepen wilt configureren, dient u in het
startscherm
Configureer
>
Overige schepen
OpMErKiNg: om AIS- of DSC-gegevens voor andere schepen te configureren,
moet uw toestel zijn aangesloten op een extern AIS- of DSC-toestel.
aiS: hiermee schakelt u AIS (Automatic Identification System) in of uit. AIS
waarschuwt u door de id's, de positie, de koers en de snelheid van schepen die
zich binnen het bereik bevinden en zijn uitgerust met een transponder, te melden.
dSC: hiermee schakelt u DSC (Digital Selective Calling) in of uit.
aiS-alarm: hiermee maakt u een veilige zone rond uw boot om aanvaringen te
vermijden. De zone kan worden aangepast.
Instellingen voor veilige zone aanpassen:
Ga naar het startscherm en selecteer
AIS-alarm.
Bereik: hiermee kunt u de straal van de cirkel voor de veilige zone
•
wijzigen van 500 voet tot 2,0 zeemijl (of 150 m tot 3 km, of 500 voet tot
2,0 mijl).
56
te selecteren.
Configureer
>
Overige schepen
>
•
Tijd tot (veilige zone): hiermee stelt u een waarschuwing in voor
wanneer AIS of MARPA vaststelt dat een vaartuig of voorwerp de veilige
zone binnen het vooraf ingestelde tijdinterval (van 1 tot 24 minuten) zal
doorkruisen.
•
AIS-alarm: als Aan is geselecteerd wordt er een bericht weergegeven
("AIS: Gevaarlijke echo) als een vaartuig de veilige zone binnen vaart. Als
Uit is geselecteerd, wordt het bericht niet weergegeven.
De fabrieksinstellingen herstellen
OpMErKiNg: tijdens deze procedure worden alle gegevens verwijderd die u
hebt ingevoerd.
1. Selecteer in het startscherm
Configureer
Af-fabriekinstellingen.
2. Selecteer
Ja
als u alle fabrieksinstellingen wilt terugzetten. Selecteer
u wilt annuleren. Het toestel wordt opnieuw opgestart en u wordt gevraagd de
instellingen aan te passen
(pagina
GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
>
Systeem
>
Systeeminformatie
nee
2).
>
als