Samenvatting van Inhoud voor Garmin GPSMAP 500 Series
Pagina 1
GPSMAP 500-serie ® gebruikershandleiding...
Pagina 2
Informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud zonder de verplichting personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Bezoek de website van Garmin (www.garmin.com) voor de laatste updates en aanvullende informatie over het gebruik en de werking van dit en andere Garmin-producten.
Waarschuwing: dit product, de verpakking en de onderdelen ervan bevatten chemische stoffen waarvan de staat Californië heeft vastgesteld dat deze kanker, aangeboren afwijkingen bij baby’s en schade aan voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Deze waarschuwing wordt vermeld in overeenstemming met Proposition 65 van Californië. Zie www.garmin. com/prop65 voor meer informatie.
An de slAg an de slag Overzicht van het apparaat Stroom/signaal Externe GPS- GXM 3-antenne SD-kaartsleuf antenne GPSMAP 545s (hier getoond) Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
Het apparaat in- of uitschakelen De schermverlichting aanpassen Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat het apparaat piept en het 1. Druk kort op de aan/uit-knop. scherm met Garmin wordt weergegeven. Als er een scherm met een Selecteer Schermverlichting > Schermverlichting waarschuwing wordt weergegeven, drukt u op SELECT om naar het handmatig.
An de slAg Het toetsenbord gebruiken Als u wilt schakelen tussen de dag- en nachtmodus: 1. Druk kort op de aan/uit-knop. AAN/UIT/ Selecteer de modus Dag/Nacht. SCHERM- Druk de tuimelschakelaar naar links of naar rechts om te VERLICHTING schakelen tussen de modi. BEREIK (-/+) TUIMELSCHAKELAAR MARK SELECT MENU HOME Aan/uit / schermverlichting: houd de knop even ingedrukt om de eenheid in of uit te schakelen; druk kort op de knop om de schermverlichting en de dag/nacht-modus aan te passen. Bereikknoppen (-/+): met deze knoppen stelt u het bereik van de sonar in; u kunt in- of uitzoomen op een kaart.
Wanneer het apparaat satellietsignalen ontvangt, worden de signaalsterktebalken boven in het startscherm groen . Wanneer het apparaat geen satellietsignalen meer ontvangt, verdwijnen de groene balken Ga voor meer informatie over GPS naar de Garmin-website op www.garmin.com/aboutGPS. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
Als u lege SD-kaarten u hebt ingevoerd. plaatst, kunt u gegevens overbrengen, zoals bijvoorbeeld wegpunten, routes en tracks naar een ander compatibel Garmin-product of een De fabrieksinstellingen herstellen: computer. De SD-kaartsleuf vindt u rechtsonder op het apparaat.
(pagina 35). OpMERKINg: deze optie is alleen beschikbaar als u een apparaat hebt met een ingebouwde pijler of als u een Garmin-sonarmodule hebt aangesloten. • Kaart/sonar: stel het scherm zo in dat u een kaart en sonar in één scherm kunt bekijken (pagina 18).
AArten gebruIKen De navigatiekaart gebruiken aarten gebruIKen Gebruik de navigatiekaart om uw koers te bepalen, kaartinformatie te Uw apparaat is uitgerust met een wereldkaart, een gedetailleerde kaart bekijken en gebruik deze kaart als navigatiehulpmiddel. van de meren in het binnenland van de VS of BlueChart g2-cartografie OpMERKINg: als u een GPSMAP 520/525 gebruikt, dient u een voor de kustlijn van de VS of voor een bepaald land.
AArten gebruIKen NEXRAd: de NEXRAD-weersinformatie in- of uitschakelen. Instellingen van de navigatiekaart MENU Druk op voor toegang tot meer instellingen of opties van de OpMERKINg: u dient de optionele GXM 31-antenne aan te sluiten navigatiekaart. op de XM-poort op de achterkant van het apparaat en een abonnement Kaart op volledig scherm (Cijfers weergeven): bekijk de navigatie- te nemen op XM Satellite WX Weather om de NEXRAD-gegevens te of viskaart zonder getallen in de modus Volledig scherm.
Getijdenstation Informatie Jachthaven Getijdenstation Maritieme diensten *Sommige symbolen kunnen er anders uitzien op uw Garmin-apparaat. Kaartwijzer Andere functies die op de meeste kaarten voorkomen zijn dieptelijnen (bij diep water zijn deze wit), getijdenzones, dieptepeilingen (zoals Positiepictogram weergegeven op de originele papieren kaart), navigatiehulpmiddelen en symbolen, en obstakels en kabelgebieden.
AArten gebruIKen Op de kaart in- en uitzoomen 2. Selecteer het item. Als er meerdere items in het gebied staan, selecteert u Herzien en selecteert u vervolgens het item. bereikknoppen (+/-) Met de bepaalt u het zoomniveau, dat door de schaalverdeling onder in de kaart wordt weergegeven ( ). Het balkje onder het cijfer geeft deze afstand op de kaart weer. Toegang tot overige objectinformatie Met de kaartwijzer ( ) kunt u informatie over de kaartitems en...
AArten gebruIKen BlueChart g2 Vision gebruiken Informatie van het getijdenstation weergeven Informatie van het getijdenstation wordt op de kaart weergegeven door Met de optionele voorgeprogrammeerde SD-kaarten voor BlueChart een gedetailleerd pictogram dat het relevante getijdenniveau laat zien. g2 Vision kunt u het meeste uit uw apparaat halen. Naast gedetailleerde U kunt een uitgebreide grafiek voor een getijdenstation weergeven die u zeekaarten biedt BlueChart g2 Vision de volgende functies: helpt het getijde voor verschillende tijdstippen of dagen te voorspellen.
AArten gebruIKen Mariner’s Eye 3D gebruiken Instellingen voor Mariner’s Eye 3D MENU Druk in het scherm van Mariner’s Eye 3D op voor toegang tot Mariner’s Eye 3D biedt een panoramisch gezicht van bovenaf en van meer instellingen of opties. achter uw boot (in overeenstemming met uw koers) en dient als visueel navigatiehulpmiddel.
AArten gebruIKen Fish Eye 3D gebruiken Viskaarten gebruiken Met behulp van de dieptelijnen van de BlueChart g2 Vision- cartografie Gebruik de viskaart voor een biedt Fish Eye 3D een onderwaterweergave van de zee- en meerbodem. gedetailleerde en ongehinderde Met de bereikknoppen kunt u de weergave op dezelfde wijze weergave van de bodemcontouren aanpassen als in Mariner’s Eye 3D.
AArten gebruIKen Satellietbeelden met hoge resolutie inschakelen Bij gebruik van een voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-SD- kaart kunt u op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie gebruiken voor weergave van het land of de zee, of beide. OpMERKINg: deze functie is voorgeladen op de GPSMAP 530/530s en 535/535s.
AArten gebruIKen Luchtfoto’s weergeven Toegang tot luchtfoto’s vanuit de navigatiekaart: Voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-SD-kaarten bevatten Gebruik de tuimelknop om ➊ luchtfoto’s van een groot aantal oriëntatiepunten, jachthavens en een camera te selecteren met havens. Met deze foto’s kunt u zich op de omgeving oriënteren of voor behulp van de kaartwijzer. aankomst alvast vertrouwd raken met (jacht)havens.
AArten gebruIKen Informatie van het getijdenstation De kaartinstellingen wijzigen Om de kaartinstellingen te wijzigen, selecteert u in het startscherm weergeven Kaarten Kaart instellen. > Als de getijdenstations beschikbaar zijn voor uw g2 Oriëntatie: hiermee wijzigt u het perspectief van de kaart: Vision-regio, worden zij op de navigatiekaart met een gemarkeerde pijl weergegeven.
Pagina 23
AArten gebruIKen Koerslijn: de boeglijn wordt doorgetrokken in uw reisrichting. Het uiterlijk van de kaart wijzigen Kaarten Kaart instellen > Uiterlijk. Selecteer in het startscherm > • Uit: hiermee schakelt u de koerslijn uit. detail: hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden •...
AArten gebruIKen Het scherm Kaart/sonar gebruiken MENU Druk op voor meer instellingen of opties voor het kaart- /sonarscherm. Op het scherm Kaart/sonar kunt u de navigatiekaart, viskaart, Mariner’s Eye 3D of Fish Eye 3D tegelijkertijd met de sonar weergeven. De schermen voor navigatie en sonar gesplitst weergeven: 1. Selecteer in het startscherm Kaart/sonar.
AArheen Navigeren naar een bestemming aarheen U kunt zoeken en navigeren naar brandstofleveranciers, reparatiewerk- Met de optie Waarheen? op het startscherm kunt u zoeken en plaatsen, jachthavens, waypoints en routes. navigeren naar brandstofleveranciers, reparatiewerkplaatsen, jachthavens, aanlegplaatsen, waypoints en routes in de omgeving. Beginnen met navigeren: Waarheen? 1. Selecteer in het startscherm OpMERKINg: u moet eerst waypoints en routes maken voordat u 2. Selecteer het soort maritieme dienst waarheen u wilt navigeren.
AArheen Stoppen met navigeren: 3. Selecteer de maritieme dienst waarheen u wilt navigeren. Een scherm met informatie over de geselecteerde maritieme dienst Druk op MENU en selecteer vervolgens Navigeren stoppen. verschijnt. Een bestemming op naam zoeken: 4. Selecteer Navigeren naar. 1. Selecteer in het startscherm Waarheen? > Zoeken op naam. 5. Selecteer Ga naar Route naar. tuimelknop 2. Druk de naar boven of naar beneden om een cijfer of teken te selecteren en druk naar links of rechts om van veld Selecteer Begeleiding voor automatische begeleiding als u een...
AArheen Waypoints maken en gebruiken Een nieuw waypoint maken: 1. Beweeg de kaartwijzer naar de door u gewenste locatie en druk U kunt maximaal 1.500 alfanumerieke waypoints opslaan met een door op SELECT. de gebruiker gedefinieerde naam, symbool, diepte en watertemperatuur voor elk waypoint. 2. Selecteer Waypoint maken. U kunt waypoints als MOB (man over boord) opslaan. Op deze wijze markeert u het betreffende punt en wordt er een koers gemaakt die terugvoert naar de gemarkeerde locatie.
AArheen Een waypoint bewerken: Een waypoint op de navigatiekaart verplaatsen: 1. Maak een nieuw waypoint of selecteer een waypoint op de 1. Selecteer Waypoint bewerken > Positie > Kaart gebruiken. navigatiekaart. 2. Gebruik de tuimelknop om het waypoint naar een andere 2. Selecteer Waypoint bewerken. locatie te verplaatsen en druk op SELECT. 3. Selecteer het kenmerk van het waypoint dat u wilt wijzigen Een lijst met alle waypoints weergeven: (Naam, Symbool, Diepte, Watertemp.
AArheen Routes maken en gebruiken 4. Druk op MENU om te annuleren of om te beginnen met het navigeren van de route. U kunt maximaal 20 routes maken en opslaan met maximaal 250 waypoints voor elke route. Een route vanaf een andere locatie maken: 1. Selecteer in het startscherm Informatie > Gebruikersgegevens Een route vanaf uw huidige locatie maken: >...
AArheen Een route bewerken Een route verwijderen: 1. Selecteer in het startscherm Informatie > Gebruikersgegevens 1. Selecteer in het startscherm Informatie > Gebruikersgegevens > Routes. > Routes. 2. Selecteer de route die u wilt bewerken. 2. Selecteer de route die u wilt verwijderen en selecteer vervolgens Route bewerken. 3. Selecteer Verwijderen. 3. Selecteer Route bewerken. U kunt de routenaam en afslagen bewerken of de route verwijderen. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
nformAtIe Weergeven Het cijferscherm aanpassen: nformatIe Weergeven 1. Selecteer in het startscherm Informatie > Cijfers. Via het informatiescherm verkrijgt u informatie over gebruikers, 2. Druk op MENU en druk vervolgens op SELECT. getijden, stromingen, zon- en maanstanden en andere boten. 3. Selecteer het aantal velden dat u wilt weergeven (3, 4, 5 of 6). 4. Selecteer welke informatie elk veld moet bevatten. Cijfers weergeven U kunt numerieke gegevens, zoals de diepte, GPS- en navigatie- informatie weergeven en aanpassen.
nformAtIe Weergeven Informatie van het getijdenstation Huidige informatie weergeven In het scherm Huidige voorspelling kunt u informatie over stromingen weergeven bekijken. Voor de weergave van getijdeninformatie selecteert Om de huidige voorspellingen weer te geven, selecteert u u in het informatiescherm getijden en selecteert Stromingen in het informatiescherm en selecteert u vervolgens een u vervolgens een getijdenstation in de lijst. getijdenstation in de lijst.
nformAtIe Weergeven Informatie over zon en maan weergeven Gebruikersgegevens weergeven In het scherm Zon en maan kunt u informatie over het opkomen/ Om gebruikersgegevens weer te geven, selecteert u in het startscherm Informatie > gebruikersgegevens. ondergaan van de zon en de maan en maanfasen bekijken, en bij benadering de positie van de zon en de maan weergeven.
nformAtIe Weergeven Andere boten weergeven dSC-log: een lijst met alle DSC-oproepen, gesorteerd op de meest recente oproep, afzender of type (noodoproep of positiemelding). Om informatie over andere boten weer te geven, selecteert u in het Informatie Andere boten. startscherm > •...
Zoemer/weergave: selecteer Zoemer om te bepalen wanneer weergeven, moet u NMEA-dieptegegevens van een sonar ontvangen het apparaat geluidssignalen geeft. De drie instellingen zijn Uit, of een Garmin-peilmodule gebruiken. Alleen alarmen (standaard) en (toetsen en alarmen). Selecteer Weergave om over te schakelen tussen dag- en nachtmodus en de Afst, Snelh, Hoogte: hiermee kunt u de maateenheden voor afstand, schermverlichting te verhogen of verminderen.
NMEA instellen: hiermee schakelt u de NMEA-uitvoerzinnen voor de precisie pos.: hiermee selecteert u het aantal decimalen cijfers, (Twee peiler, de route, het systeem en de Garmin NMEA-instellingen in of uit. drie cijfers Vier cijfers) dat wordt gebruikt bij de overdracht van NMEA-uitvoer.
et AppArAAt confIgureren Alarmen instellen Navigatiealarmen instellen Om een navigatiealarm in te stellen, selecteert u in het startscherm U kunt op het apparaat geluidsalarmen instellen voor als zich bepaalde Configureer > Alarmen > Navigatie. situaties voordoen. Standaard zijn alle alarmen uitgeschakeld. Krabbend anker: hiermee stelt u een alarm in voor als de boot afdrijft Een alarm instellen: en daarbij een opgegeven afstand overschrijdt.
et AppArAAt confIgureren Mijn boot configureren Sonaralarmen instellen Om een sonaralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm Om de instellingen voor uw boot te configureren, selecteert u in het Configureer > Alarmen > Sonar. Configureer Mijn boot. startscherm > Ondiep water/diep water: hiermee stelt u een alarm in voor als de Automatische begeleiding: hiermee stelt u de parameters voor de diepte kleiner of groter is dan de opgegeven waarde.
Pagina 39
(transducer of NMEA). van Garmin als de melding blijft verschijnen. • Kegelhoek van de sonar: als u geen standaard Garmin- transducer gebruikt, kunt u de kegel van de sonar instellen (in graden) zodat deze nauwkeurig op het Fish Eye 3D-scherm wordt weergegeven.
et AppArAAt confIgureren Andere boten configureren XM Audio configureren Om de instellingen voor andere boten te configureren, selecteert u in het Om XM audio te configureren, selecteert u in het startscherm Configureer Andere boten. Configureer Audio. U kunt een vooraf ingesteld kanaal startscherm > > verwijderen, een categorie selecteren, een specifiek kanaal opgeven en AIS: hiermee schakelt u AIS (Automatic Identification System) in of het geluidsniveau aanpassen. uit. AIS waarschuwt u door de id’s, de positie, de koers en de snelheid van boten met een transponder die zich binnen het bereik bevinden, te OpMERKINg: u dient de optionele GXM 31-antenne aan te melden.
De krachtige Fishfinder/flitser. Als uw apparaat geen ingebouwde peiler diepteschaal wordt weergegeven als een ring die bovenaan “op twaalf heeft, kunt u een Garmin GSD 21 of GSD 22 peilmodule op uw uur” begint en met de klok mee draait. Sonargegevens flitsen op in de apparaat aansluiten om gebruik te maken van de sonarfuncties.
onAr gebruIKen Het gesplitste frequentiescherm Het gesplitste zoomscherm Op het gesplitste frequentiescherm (alleen bij een transducer met Op het gesplitste zoomscherm beschikt u over de volledige dubbele frequentie) ziet u zowel de 50-kHz als de 200-kHz grafiek in sonargegevens in de grafiek en een gedeelte daarvan in een ingezoomde hetzelfde scherm. Links wordt een 50-kHz grafiek weergegeven, rechts uitsnede. een 200-kHz grafiek. Sonar Zoom gesplitst. Selecteer in het startscherm > Om het gesplitste frequentiescherm te openen, selecteert u in het Diepte, temperatuur startscherm...
onAr gebruIKen Het temperatuurlogscherm De sonar instellen Als u een transducer met temperatuurmeting gebruikt, wordt in In het scherm Sonar instellen kunt u de instellingen voor alle het scherm Temperatuurlog een grafiek bijgehouden waarin de sonarschermen definiëren en instellen. temperatuurwijzigingen zijn afgezet tegen de tijd. De huidige Selecteer in het startscherm Sonar >...
onAr gebruIKen Geavanceerde sonarinstellingen Schuifsnelheid: hiermee past u de snelheid aan waarmee de sonar van rechts naar links schuift (Ultrascroll, Snel, Middel, of Langzaam). Als Als u de geavanceerde sonarinstellingen wilt aanpassen, drukt u op u een transducer met snelheidsmeting gebruikt, selecteert u Auto, zodat MENU en kijkt u op het sonarscherm.
Als er onderdelen ontbreken, neemt u direct • Het toetsenbord van de eenheid moet makkelijk toegankelijk contact op met uw Garmin-dealer. Voordat u begint met de installatie: zijn. • Lees en volg de aanwijzingen voor de installatie van de eenheid.
et AppArAAt InstAlleren Stap 2: het apparaat bevestigen De steun monteren gereedschap (niet meegeleverd): boor, schroevendraaier (kruiskop of U kunt het apparaat op een van de volgende manieren bevestigen: standaard) en een van de volgende: • Opbouw: monteer het apparaat op de meegeleverde steun die u •...
et AppArAAt InstAlleren De steun monteren: De eenheid installeren op de montagesteun: 1. Gebruik de draaivoet als boorsjabloon en markeer de plek van 1. Breng de sleuf op de achterkant van het apparaat in één lijn met de drie montagegaten waar u de steun op het oppervlak wilt de lange montagebout en schuif het apparaat op zijn plaats. Als bevestigen. dat nodig is, kunt u de armen van de montagesteun spreiden door aan de lange montagebout te draaien. (Draai deze tegen 2. Boor de montagegaten. de klok in om de armen te spreiden en met de klok mee om • Als u de voet met boutjes wilt bevestigen, boort u drie 5-mm deze vast te zetten.) gaten op de gemarkeerde plekken. 2. Stel het apparaat in op de gewenste gezichtshoek en draai de lange montagebout vast. • Als u de voet met zelftappende schroeven wilt bevestigen, maakt u voorboorgaten op de gemarkeerde plekken. Boor de gaten niet dieper dan de halve lengte van de schroef. 3. U kunt de montagesteun naar links of naar rechts draaien. De steun klikt bij het draaien. Kies een goede gezichtshoek en draai vervolgens alle bouten vast. 3. Bevestig de draaivoet met drie bouten of schroeven. NIET TE 4. Sluit de stroom/signaal- en transducerkabels aan op de STRAK AANDRAAIEN.
1. Plaats de rubberen ring en de plastic bus tegelijk in de Een correcte installatie van de transducer is essentieel om het apparaat transducer. Gebruik GEEN smeermiddel op de rubberen ring. optimaal te laten werken. Als de transducerkabel te kort is, kunt u bij uw Garmin-dealer verlengkabels aanschaffen. Overtollige kabel moet 2. Leg de kabel naar de achterzijde van de transducer. Schuif de worden opgerold en vastgezet. transducer in de steun.
et AppArAAt InstAlleren De transducer met dubbele bundel bevestigen op een 6. Bevestig de transducerkabel (9 m) met de meegeleverde bindstrips op de motoras. U kunt het naar de boeg wijzende trollingmotor: deel van de transducersteun (behalve de sleuf voor de bindstrip) 1. Schuif de grote bindstrip met de ribbels naar boven door de vullen met kit om vuilophoping te vermijden. sleuf op de transducersteun, totdat de bindstrip half door de steun steekt. OpMERKINg: laat speling in de kabel om beschadigingen aan de kabel te voorkomen bij het gebruik van de trollingmotor. OpMERKINg: voor koud water en gebieden met veel hout of drijfvuil wordt aangeraden een 10 of 12 cm slangklem te gebruiken.
et AppArAAt InstAlleren De transducer bevestigen op de spiegel USS Jayhawk Bevestig de afdekking van Smeer alle schroeven in met wat de transducerkabel ruim watervaste kit om te vermijden boven de waterlijn. dat er water in de spiegel lekt. De transducer moet 3 mm uitsteken onder een fiberglas romp of 10 mm onder een aluminium romp.
Pagina 51
et AppArAAt InstAlleren gereedschap (niet meegeleverd): boor, 3/8-inch dopsleutel Bij montage op de spiegel moet u voor een optimale werking rekening houden met het volgende: of pijpsleutel, 3- en 4-mm boortjes, afplakband, Phillips- kruiskopschroevendraaier nr. 2 en watervaste kit. • Voor een juiste werking van de sonar moet deze zich in gelijkmatig stromend bevinden.
et AppArAAt InstAlleren Installatie binnen de romp 6. Markeer de locatie. Boor met een 3-mm boor een gat van ongeveer 10 mm diep. Als u geen gat wilt boren om een “door de romp”-transducer te monteren, kan met epoxyhars een transducer aan de binnenzijde 7. Zet de kabelklem vast met een 4x12-mm schroefje. Smeer het van de romp worden bevestigd. Dit type installatie kan een betere schroefje in met watervaste kit voordat u het vastzet. Herhaal de stappen 5 en 6 voor de andere kabelklem.
et AppArAAt InstAlleren Een locatie selecteren voor installatie binnen de romp Verzwaar de transducer om Voor het installeren van een transducer moet de locatie aan de volgende PVC-pijp of deze op zijn plaats te houden. eisen voldoen: een blik • Massief fiberglas, zonder luchtbellen, laminaat, vulmateriaal of ingesloten lucht.
et AppArAAt InstAlleren Stap 4: de kabelboom installeren installeren De kabelboom installeren: 1. Gebruik een spanningzoeker of een multimeter om de polariteit Het apparaat wordt geleverd met een kabelboom voor aansluiting op de van de spanningsbron te bepalen. voeding en de transducer met één gemakkelijke verbinding en met de mogelijkheid om externe apparaten aan te sluiten. 2. Sluit de rode draad (+ of positief) aan op de positieve spanningsaansluiting. (Als u het zekeringenblok van de boot De kleurcode in het diagram (zie...
Pagina 55
et AppArAAt InstAlleren Naar transducer PIN 8 - Zwart (Massa) PIN 7 - Geel (Alarm) (ROOD) +VDC PIN 13 - Rood (DC plus) PIN 12 - Wit (CANet H) PIN 16 - Groen (CANet L) (ZWART) Massa PIN 18 - Blauw (NMEA-uit) (ORANJE) Accessoire aan spanningsbron Pintoewijzing voor de GPSMAP 500-serie...
OpMERKINg: als u het apparaat wilt aansluiten op Garmin CANet, Het apparaat biedt uitvoer volgens NMEA 0183, Version 3.01 met een hebt u een CANet Kit nodig. Neem contact op met uw Garmin-dealer compatibel GPS- of navigatiesysteem. U dient de seriële poort(en) of ga naar www.garmin.com.
et AppArAAt InstAlleren Stap 5: de installatie testen Omdat er water nodig is om het sonarsignaal door te geven, werkt de transducer alleen onder water. U kunt geen diepte- of afstandsmeting Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, houdt u de krijgen als de transducer uit het water is.
et AppArAAt InstAlleren Een op de spiegel geïnstalleerde transducer testen: 1. Begin met testen bij lage snelheid. Als de sonar goed lijkt te 3. Als de signaalsterkte toeneemt bij het maken van een bocht, werken, verhoogt u geleidelijk de snelheid van de boot terwijl past u de diepte van de transducer aan, zodat deze nog 3 mm u de sonar in het oog houdt. Als het sonarsignaal plotseling verder onder de spiegel uitsteekt. Er zijn wellicht meerdere verdwijnt of als het retoursignaal van de bodem erg slecht wordt, pogingen nodig voordat het signaal behouden blijft. noteert u de snelheid waarbij dit gebeurt. 4. Als het signaal niet beter wordt, moet de transducer misschien 2. Houd de boot op de snelheid waar het signaal verdwijnt. Maak worden verplaatst. voorzichtige bochten naar bakboord en stuurboord en kijk of het OpMERKINg: pas de diepte van de transducer in kleine stapjes signaal beter wordt. aan. Als de transducer te diep uitsteekt, kan dit invloed hebben op de prestaties van de boot en neemt het risico toe dat de transducer in aanraking komt met objecten onder water.
ppendIx gpS-nauwkeurigheid: ppendIx positie: < 15 meter, 95% standaard* Snelheid: 0,05 meter/sec. steady state Specificaties gpS-nauwkeurigheid (WAAS): positie: < 3 meter, 95% standaard* Fysieke specificaties Snelheid: 0,05 meter/sec. steady rate Afmetingen: 16,3 cm x 15,0 cm x 7,4 cm (HxBxD) dynamiek: 6 G gewicht: minder dan 0,8 kg * Onderhevig aan signaalverzwakking tot 100 m 2DRMS volgens het...
Contact met Garmin opnemen Het scherm reinigen Neem contact op met Garmin als u tijdens het gebruik van het apparaat De lens van de eenheid is voorzien van een speciale antireflectielaag. vragen hebt. Neem in de VS contact op met Garmin Product Support op Deze is gevoelig voor huidolie, was en schuurmiddelen.
Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support als het probleem zich blijft voordoen. Accuspanning is te hoog: de ingangsspanning is te hoog; het apparaat zal binnen 10 seconden worden uitgeschakeld.
Pagina 62
Neem contact op Waarschuwing overstroming*: de National Weather Service met uw dealer of met Garmin Product Support voor onderhoud aan het waarschuwt voor een overstroming. apparaat. Ongeldige MMSI: voer een geldige MMSI in.
Pagina 63
XM-signaal*: de GXM 31-antenne ontvangt geen XM-signaal. Echolood uitlooptijd: er is een intern probleem met het apparaat. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support voor buiten koers alarm: u wijkt af van de koers die is opgegeven in het onderhoud aan het apparaat.
Pagina 64
ppendIx Transducer niet aangesloten, sonar uitgeschakeld: als er geen Waypointgeheugen vol: u hebt alle beschikbare 1.500 waypoints al in transducer is aangesloten, als de transducer of de kabel defect is, of gebruik. Verwijder ongewenste waypoints om ruimte vrij te maken voor als de transducerkabel niet is aangesloten.
U bent zelf volledig verantwoordelijk GEVOLGSCHADE OF VERLIES IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN DE voor de risico’s die het gebruik van deze service met zich meebrengt. XM en Garmin RADIODIENST, OF DIT NU IS VEROORZAAKT DOOR ONACHTZAAMHEID OF zijn niet verantwoordelijk voor ongevallen als gevolg van of in verband met het OP EEN ANDERE MANIER.
Zowel het NGA als haar personeel zijn niet aansprakelijk voor claims, verlies of Garmin kent u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit apparaat schade als gevolg van of in verband met het gebruik van dit product. De gebruiker gaat (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken bij het normale gebruik van dit...
Aankopen via online veilingen: producten die worden aangekocht via online veilingen komen niet in aanmerking voor kortingen en andere aanbiedingen van Garmin. Dit Garmin-product wordt gegarandeerd vrij te zijn van defecten in materiaal en techniek Bevestigingen van online veilingen worden niet geaccepteerd als bewijs dat u recht hebt gedurende één jaar na de aankoopdatum.
(2) dit apparaat moet alle ontvangen storing accepteren, ook als dat ten koste gaat van de werking van het Hierbij verklaart Garmin dat dit apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en overige apparaat.
DSC 28, de kabelboom andere boten logboek de steun configureren 34 luchtfoto’s de transducer weergeven fish eye 3D 13 een locatie selecteren automatische begeleiding instellingen in een Garmin CANet maateenheden frequentie testen wijzigen fysieke specificaties 53 begeleiding instellingen meldingen beperkte garantie kaart MENU-knop bereik (sonar) systeem...
Pagina 70
ndex steunmontage stroom/signaal- en transducerkabels transducer op een spiegel route naar Waarheen? symbolen routes watersnelheid systeeminformatie maken kalibreren navigeren weergeven verwijderen watertemperatuur begeleiding weergeven waypoints ga naar bewerken route naar taal maken NEXRAD wijzigen satellietbeelden weergeven NMEA temperatuur inschakelen weergeven NMEA-apparaat testen van installatie plaatsen...