4. Gebruik
4.2 Bediening computer
Uw trainingscomputer start automatisch wanneer u begint met trainen. Het is ook
mogelijk de computer te activeren door op één van de functietoetsen te drukken. Om
energie te besparen, schakelt de computer in stand-by mode wanneer deze langer dan 4
minuten niet wordt gebruikt.
RECOVERY PULSE:
Conditiemeting aan de
hand van herstel
van hartslag naar
rustniveau
PERSONAL DATA
Instellen persoonlijke
data voor lichaamsmeting
START / STOP
Starten of stoppen van
het gekozen programma
17
Trainingsverloop
TIME: Tijdsindicator
SPEED: Snelheid
RPM: Omwentelingen per minuut
DISTANCE: Afgelegde afstand
CALORIES: Aantal verbrande calorieën
PULSE: Hartslagmeting
LOAD: Weerstand
WATT: Wattage
ENTER:
1. bevestig keuze
2. in "NO SPEED"-modus
2 seconden inhouden:
heropstarten monitor
UP en DOWN :
Waarden verlagen
of verhogen