Advertenties
Een CO-kabel op alle doelapparaten aansluiten
Voer de volgende stappen uit om een CO-kabel op een doelapparaat aan te sluiten:
1.
Sluit de kleurgecodeerde connectors van de CO-kabeluiteinden aan op de toetsenbord-,
monitor- en muispoorten van het eerste doelapparaat dat u gaat aansluiten op het toestel.
2.
Sluit één uiteinde van de Cat5-kabel aan op de RJ-45 connector op de CO-kabel.
3.
Als de kabel een KCO of UCO kabel is, sluit dan een afsluitweerstand aan op de andere RJ-45
connector op de CO-kabel.
4.
Sluit het andere uiteinde van de CAT 5-kabel aan op een ARI-poort aan de achterzijde van het
toestel.
5.
Herhaal stap 1 tot 3 voor alle doelapparaten die u aansluit.
Als u een keten maakt van verschillende CO-kabels of doelapparaten, zie dan "Een keten van
doelapparaten maken met behulp van CO-kabels" op pagina 19 voor meer informatie.
Randapparaten aansluiten
Voer de volgende stappen uit om lokale randapparatuur aan te sluiten op de toestellen:
1.
Sluit een toetsenbord, monitor en muis aan op elke serie kleurgecodeerde poorten op de
achterkant van het apparaat.
2.
Bind de kabels samen en voorzie ze van labels zodat ze duidelijk te herkennen zijn.
Voer de volgende stap uit om lokale virtuele media aan te sluiten:
Sluit de virtuele media aan op een van de vier USB-poorten op het toestel. U dient bij alle
virtuele-media-sessies een VCO te gebruiken.
Ethernet-aansluitingen controleren
De ethernet-aansluiting beschikt over twee LED's. De groene LED rechts is het verbindingslampje.
Het licht op als er een geldige verbinding is gemaakt naar het netwerk en het gaat knipperen als er
sprake is van activiteit bij de poort. De geel/groene LED links geeft aan dat u communiceert met
100 Mbps (geel) of 1000 Mbps (groen) als u de ethernet-aansluiting gebruikt.
Meerdere toestellen trapsgewijs opstellen
U kunt meerdere toestellen trapsgewijs opstellen om maximaal vier gebruikers in staat te stellen om
maximaal 2048 doelapparaten aan te sluiten. Om tot dit aantal te komen, gebruikt u één GCM2 of
GCM4 toestel, 16 lokale 2x8 IBM Console Managers (LCM2) en acht IBM 2x16 Console Switch
toestellen, dan wel acht ketens van 16 CO-kabels. Sluit de 16 ARI-poorten van een enkel GCM2 of
GCM4 toestel aan op de poort van de Analog Console Interface (ACI) op elk van de 16 LCM2
toestellen. Sluit elk van de acht ARI-poorten op het LCM2 toestel aan op de ACI-poort op elk van
de acht 2x16 Console Switch toestellen. Elke 2 x 16 Console Switch heeft 16 ARI-poorten om
verbinding te maken naar 16 console- switchkabels en dus naar de doelapparaten. Elk van de 2 x 16
Hoofdstuk 2: Installatie
15
Advertenties
Hoofdstukken
