12
Installatie- en gebruikershandleiding Global Console Manager
•
Controleer of de elektrische specificaties van de monitor en de aangesloten apparaten geschikt zijn
om te werken op de stroombron die beschikbaar is op uw huidige locatie.
•
Gebruik alleen de elektriciteitssnoeren die bij het product geleverd zijn.
•
Sluit, om elektrische schokken te voorkomen, het toestel en de randapparatuurkabels alleen aan op
correct geaarde contactdozen. Deze kabels zijn uitgerust met connectors met drie pennen voor een
goede aarding. Gebruik geen verloopstukken bij de connectors en haal de massapen niet weg uit een
kabelstekker.
•
Houd u aan de voorgeschreven specificaties voor verlengkabels en spanningsrails. Zorg dat het
totale amperage van alle producten die op de spanningsrails zijn aangesloten niet uitkomt boven
80 procent van de amperagelimiet voor de spanningsrails.
•
Ter bescherming van het toestel tegen plotseling optredende stroomstoten en wegvallende
elektrische spanning, kunt u het beste gebruik maken van een piekbegrenzer, kabelfilter of een
ononderbreekbare stroomvoorziening.
•
Leg apparaatkabels en stroomsnoeren altijd zorgvuldig aan. Plaats de kabels ergens waar niemand
op ze stapt of erover struikelt. Zorg dat er geen voorwerpen op de kabels rusten.
•
Modificeer stroomsnoeren of connectors niet. Als u wijzigingen aan de installatie in uw werkruimte
wilt doorvoeren, neem dan contact op met een bevoegde elektricien of met het elektriciteitsbedrijf.
Volg altijd de plaatselijke en landelijke voorschriften op m.b.t. bedrading.
Rekmontage apparaat
Voordat het toestel en andere componenten in het rek worden gemonteerd (indien ze nog niet
geïnstalleerd zijn), dient u het rek stevig op een vaste plek neer te zetten. Begin met het inbouwen van de
apparatuur onder in het rek en werk dan naar boven. Vermijd ongelijkmatig beladen of overbelasting van
rekken.
Algemene richtlijnen
•
Raadpleeg de installatie-documentatie bij het rek m.b.t. specifieke voorzorgsmaatregelen en
procedures.
•
Verhoogde omgevingstemperatuur: bij installatie in een gesloten rek kan de bedrijfstemperatuur in
de omgeving van het rek hoger zijn dan de omringende kamertemperatuur. Let erop dat de
gespecificeerde maximale omgevingstemperatuur van het toestel niet wordt overschreden.
•
Verminderde luchtdoorstroming: zorg dat u apparatuur in een rek zo installeert dat er voldoende
luchtdoorstroming is voor een veilig gebruik.
•
Mechanische belasting: voorkom potentieel gevaarlijke situaties als gevolg van onevenwichtige
mechanische belasting door de apparatuur op een zorgvuldige manier in het rek te bouwen.
•
Circuitoverbelasting: bij het aansluiten van de apparatuur op het voedingscircuit dient u in
overweging te nemen wat voor gevolgen overbelasting van het circuit zou kunnen hebben voor de
overstroombeveiliging en de voedingsbekabeling. Let op de maximale stroombelasting op het
naamplaatje van de apparatuur.
•
Betrouwbare aarding: zorg voor betrouwbare aarding van apparatuur die in een rek is gebouwd. Let
vooral op voedingsaansluitingen die geen rechtstreekse aansluitingen op het aftakcircuit zijn
(bijvoorbeeld spanningsrails).