Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw En Werking; Constructie En Werking; Samenbouwen Ventiel-Aandrijving; Montage En Instelling - Samson 3241-1 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Opbouw en werking

1
Opbouw en werking
De pneumatische regelventielen type
3241-1 en type 3241-7 bestaan uit het en-
kelzittings doorgangsventiel type 3241 en
de pneumatische aandrijving type 3271 of
type 2177.
Dankzij het modulaire systeem kunnen de
aandrijvingen eenvoudig worden vervangen
en een standaard uitvoering kan gemakke-
lijk worden omgebouwd naar een uitvoering
met isoleerdeel of metaalbalgafdichting.
Bij het microventiel is in het ventielhuis in
plaats van de klep/zitting-combinatie een
micro-binnenwerk ingebouwd.
Het ventiel wordt doorstroomd in de richting
van de pijl, waarbij de stand van de klep
(3) de doorstroming door de klepzitting (1)
bepaalt.
Het verstellen van de klep (3) volgt door ve-
randering van de op het membraan van de
aandrijving werkende steldruk (nom. sig-
naalbereik). Klep (3) en membraanstang
(8.1) zijn via de koppeling (7) verbonden en
door de veerbelaste ringpakking (4.2) afge-
dicht.
Veiligheidspositie
Afhankelijk van de opstelling van de drukve-
ren in de aandrijving heeft het regelventiel
twee verschillende veiligheidspositie:
Membraanstang door veer uitgaand
Bij vermindering van de steldruk of bij uitval
van de voeding bewegen de veren de mem-
braanstang naar beneden en sluiten het
ventiel.
Het ventiel wordt geopend bij toenemende
steldruk tegen de veerkracht in.
4
EB 8015
Membraanstang door veer ingaand
Bij vermindering van de steldruk of bij uitval
van de hulpenergie bewegen de veren de
membraanstang naar boven en openen het
ventiel.
Bij een toenemende steldruk sluit het ventiel
tegen de kracht van de veren in.
2
Samenbouwen van ventiel en
aandrijving
In plaats van de eenvoudige pneumatische
aandrijving kan ook een aandrijving met
extra handbediening of een elektrische aan-
drijving worden opgebouwd. Een pneumati-
sche aandrijving (met of zonder handbedie-
ning) kan worden vervangen door een
pneumatische aandrijving van een andere
grootte.
Wanneer bij de combinatie ventiel-
aandrijving het slagbereik van de aan-
drijving groter is dan die van het regelven-
tiel, wordt door de leverancier het verenpak-
ket zodanig voorgespannen, dat de slagen
weer overeenstemmen.
2.1
2.1

Montage en instelling

Indien het ventiel en de aandrijving niet zijn
samengebouwd of indien bij een ventiel de
oorspronkelijke aandrijving door een ander
type of andere grootte moet worden vervan-
gen, ga dan als volgt te werk:
1. Draai op het ventiel de contramoer (6.2)
en de koppelingsmoer (6.1) los.
Klep met klepstang vast in de zittingring
drukken, dan de koppelings- en contra-
moer naar beneden draaien.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3241-7

Inhoudsopgave