Diagnostiek
Op de diagnosepagina staan de details voor het NMEA 2000/CAN-busnetwerk.
Optie
Beschrijving
Geeft aan of de netwerk-backbone is ingeschakeld en functioneert.
Bus status
Als de waarde is uitgeschakeld: controleer de afsluiting en
bekabeling
Rx overflows
Een waarde groter dan 0 kan betekenen dat de software zwaar
wordt belast en inkomende berichten niet direct kan verwerken
Rx overruns
Gedetecteerde fouten sinds opstarten. Controleer het netwerk als
Fast packet fouten:
dit steeds vaker voorkomt
Rx fouten
Fouttellers CAN-interface. Gaat omhoog in geval van fouten op de
CAN-bus en omlaag wanneer alles in orde is. Normaal gesproken
moet de teller op 0 staan. De bus wordt uitgeschakeld wanneer de
Tx fouten
teller op 255 staat. Controleer hetzelfde als voor Bus status als de
teller op 1 of meer staat
SimNet-groepen
De functie SimNet-groep wordt gebruikt voor het beheren van de parameterinstellingen,
globaal of in groepen units. De functie wordt gebruikt op grotere schepen waar meerdere
SimNet-units via het netwerk zijn verbonden. Door verschillende units aan dezelfde groep toe
te wijzen, wordt een parameterupdate op één unit ook doorgevoerd op de andere units in de
groep.
De afbeelding hieronder laat een installatie met twee stations zien. Units op de brug krijgen
de instellingen voor achtergrondverlichting en demping in een andere SimNet-groep dan
de units in de stuurhut. Als de achtergrondverlichting wordt aangepast op een display in de
stuurhut, wordt de achtergrondverlichting op alle displays in de stuurhut aangepast, maar
blijven de lichtinstellingen op de brug onveranderd.
Systeemconfiguratie |
AP60 Bedieningshandleiding
| 29