2
Basisbediening
Veilige bediening met de stuurautomaat
varen, maar kan een menselijke navigator NOOIT vervangen.
Gebruik geen automatische besturing:
•
Bij zeer hoge snelheid
•
Bij druk verkeer of in smalle wateren
•
Bij slecht zicht of extreme zeecondities
•
Wanneer in het gebied een verbod op het gebruik van stuurautomaten van kracht is
Bij gebruik van een stuurautomaat:
•
Laat het roer niet onbeheerd achter
•
Plaats geen magnetische materialen of apparatuur in de buurt van het magnetische kompas
of fluxgate-kompas dat wordt gebruikt in de stuurautomaat
•
Controleer regelmatig de koers en de positie van het vaartuig
•
Schakel altijd naar de modus
vermijden
De stuurautomaat in-/uitschakelen
¼ Opmerking:
moeten de installatie van de hardware en de elektrische installatie zijn voltooid en uitgevoerd
conform de instructies in de installatiehandleidingen voor de afzonderlijke units.
U schakelt de stuurautomaat in door kort op de licht-/stroomtoets te drukken.
U moet een aantal voorgeprogrammeerde instellingen doorlopen wanneer u de
stuurautomaat voor de eerste keer of na het herstellen van de fabrieksinstellingen
inschakelt. Als deze instellingen nog niet zijn afgerond, kunt u de stuurautomaat handmatig
configureren, zoals staat beschreven in "Systeemconfiguratie" op pagina 26.
¼ Opmerking:
instellingsverzoeken.
Het systeem wordt uitgeschakeld (slaapstand) door op de licht-/stroomtoets op een actieve
bedienunit te drukken en die toets ingedrukt te houden. Tijdens de afsluitprocedure gaat het
systeem automatisch over naar de modus
Als de licht-/stroomtoets wordt losgelaten voordat het systeem volledig is uitgeschakeld,
wordt het systeem niet uitgeschakeld.
Menu's en dialoogvensters
U navigeert als volgt door de menu's en dialoogvensters:
•
U gaat terug naar het vorige menuniveau door op de toets met de pijl naar links of de
bakboordtoets te drukken. U sluit de menu's door meerdere keren op deze toets te drukken
•
U gaat naar het volgende menuniveau door op de toets met de pijl naar rechts of de
stuurboordtoets te drukken
•
U selecteert een item in een menu of dialoogvenster met de draaiknop of de toets met de
pijl naar omhoog of omlaag
•
U selecteert een optie of past een waarde aan door op de toets met de pijl naar omhoog of
omlaag te drukken. U bevestigt een geselecteerde optie wanneer u op de toets met de pijl
naar links of de bakboordtoets drukt
•
U schakelt een selectievakje in of uit door op de toets met de pijl naar rechts of de
stuurboordtoets te drukken
In een dialoogvenster wordt aangegeven hoe u de bakboord- of stuurboordtoets verder
gebruikt of er het dialoogvenster mee sluit.
Basisbediening |
Waarschuwing:
een stuurautomaat is een handig hulpmiddel bij het
Standby
voordat u de stuurautomaat inschakelt en een installatie-instelling uitvoert,
bevestig voor extra bedienuits de taalselectie en annuleer alle andere
AP60 Bedieningshandleiding
en verminder tijdig vaart om gevaarlijke situaties te
Standby
voordat het systeem wordt uitgeschakeld.
| 9