Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

AP60
Bedieningshandleiding
NEDERLANDS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Simrad Pro AP60 Series

  • Pagina 1 AP60 Bedieningshandleiding NEDERLANDS...
  • Pagina 2: Garantie

    Copyright © 2014 Navico Holding AS. Garantie De garantiekaart wordt als separaat document verstrekt. Ga bij vragen naar de websites: p ro.simrad-yachting.com www.simrad-yachting.com. Conventies in deze handleiding Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer behoeft, wordt als volgt aangegeven: ¼...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding Systeemoverzicht Naleving Reserveonderdelen en accessoires Documentatie voor AP60 Het voorpaneel en de toetsen Het scherm Lijst met afkortingen Basisbediening Veilige bediening met de stuurautomaat De stuurautomaat in-/uitschakelen Menu's en dialoogvensters Displayverlichting Besturing overnemen Stuurautomaatmodi selecteren Overschakelen van de automatische modus naar handbesturing Profiel selecteren Meldingen bevestigen De thruster gebruiken...
  • Pagina 4 Onderhoud Preventief onderhoud Eenvoudige onderhoudsprocedures Fabrieksinstellingen herstellen Lijst met apparaten Diagnostiek Softwareversie en serienummer van de unit Software-upgrades Menu-overzicht De snelmenu's De instellingenmenu's Inhoud | AP60 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 5: Inleiding

    CE (2004-108 EG EMC-richtlijn) - AP60-systeem in combinatie met een AC70-computer • C - Tick Voor meer informatie kunt u terecht op onze websites: p ro.simrad-yachting.com en www.simrad-yachting.com. Reserveonderdelen en accessoires De lijst met reserveonderdelen en toebehoren voor het AP60-systeem staat op onze websites: pro.simrad-yachting.com en www.simrad-yachting.com.
  • Pagina 6 Voorbeelden AP60-systeem Basissysteem AP60 BESTURINGS- KOMPAS UNIT 12 V DC AC70 1* NMEA 0183 INGANG/UITGANG 12/24V DC AANDRIJFUNIT OMSCHRIJVING Micro-C CAN-busbackbone SimNet Micro-C-dropkabel (mannetje) Micro-C-dropkabel (vrouwtje naar mannetje) Micro-C-netsnoer met 120 Ohm afsluitweerstand, vrouwtje Micro-C-dropkabel, mannetje Micro-C T-verbindingsstukken Micro-C-afsluitweerstand, 120 Ohm, mannetje Inleiding | AP60 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 7 Geavanceerd systeem met thruster GPS- AP60 SENSOR KOMPAS BESTURINGS- UNIT 12 V DC NMEA 0183 NMEA 0183 INGANG/UITGANG INGANG/UITGANG Optie AD80/ AC70 SI80 SD80 12/24 V DC 12/24 V DC THRUSTER BESTURING AANDRIJFUNIT OMSCHRIJVING Micro-C CAN-busbackbone SimNet Micro-C-dropkabel (mannetje) Micro-C-dropkabel (vrouwtje naar mannetje) Micro-C-netsnoer met 120 Ohm afsluitweerstand, vrouwtje Micro-C-dropkabel, mannetje Micro-C T-verbindingsstukken...
  • Pagina 8: Het Voorpaneel En De Toetsen

    Het voorpaneel en de toetsen WORK TURN AUTO STBY DRIFT MENU Beschrijving MENU-toets. Druk één keer op deze toets om het snelmenu van de actieve stuurmodus weer te geven. Druk twee keer om het menu Instellingen te openen Pijltoetsen voor het navigeren door menu's en het aanpassen van parameters Licht-/stroomtoets.
  • Pagina 9 Informatiepaneel van de modus Het paneel bevat specifieke inhoud van de geselecteerde bedieningsmodus. Zie “De bedrijfsmodi” op pagina 12 voor meer informatie. Als sensorinvoer ontbreekt, worden er geen getallen maar streepjes weergegeven. Geen thruster beschikbaar Thruster in gebruik Geen sensorinvoer Roerbalk Geeft de positie van het roer digitaal en analoog weer.
  • Pagina 10: Dialoogvensters

    Als de stuurautomaat wordt bediend vanaf een andere unit, wordt het passieve pictogram weergegeven in het modusindicatieveld. Als de stuurautomaat wordt uitgeschakeld door een externe systeemschakelaar, wordt de modusindicatie vervangen, zoals hieronder aangegeven. Passieve besturingsunit Stuurautomaat uitgeschakeld door een externe systeemschakelaar Dialoogvensters Vensters voor gebruikersinvoer en voor weergave van informatie aan de gebruiker.
  • Pagina 11: Basisbediening

    Basisbediening Veilige bediening met de stuurautomaat Waarschuwing: een stuurautomaat is een handig hulpmiddel bij het varen, maar kan een menselijke navigator NOOIT vervangen. Gebruik geen automatische besturing: • Bij zeer hoge snelheid • Bij druk verkeer of in smalle wateren •...
  • Pagina 12: Displayverlichting

    Displayverlichting Lichtaanpassing Druk eenmaal op de licht-/stroomtoets om het dialoogvenster Licht te openen. De helderheid kan worden aangepast met de draaiknop of de toets met de pijl naar omhoog of omlaag. Door meerdere malen te drukken op de licht-/stroomtoets doorloopt u de vooringestelde helderheidsniveaus (9 - 5 - 2 - 0).
  • Pagina 13: Profiel Selecteren

    Profiel selecteren De stuurautomaat heeft twee verschillende profielen die kunnen worden gekoppeld aan verschillende werkmodi. De naam van het gebruikte profiel wordt weergegeven in het paneel met de status van de modus. Planing of Waterjet, verandert het profiel ¼ Opmerking: als het type boot staat ingesteld op automatisch op basis van de ingestelde overgangssnelheid en de snelheid van de boot.
  • Pagina 14: De Bedrijfsmodi

    De bedrijfsmodi Modusoverzicht De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi en functies binnen de modus zijn afhankelijk van de beschikbare invoer. Zie de tabel hieronder. MODUS FUNCTIE OMSCHRIJVING IN TE VOEREN De modus Standby wordt gebruikt bij het handmatig besturen van het roer. Standby Kompas en roerhoek worden op het display weergegeven...
  • Pagina 15: Handbesturing

    externe systeemschakelaar is geopend voor besturing met de stuurautomaat, of dat er geen externe schakelaar is geïnstalleerd. Handbesturing Standby-modus De Standby-modus wordt gebruikt als u het vaartuig handmatig bestuurt. De stuurautomaat staat altijd in deze modus wanneer u het systeem inschakelt. •...
  • Pagina 16: Automatische Modi

    Bronnen Opent menu's waarin bronnen automatisch en handmatig kunnen worden geselecteerd. Bronnen worden ingesteld wanneer het systeem voor de eerste keer wordt opgestart. De bronnenselectie moet ook opnieuw worden uitgevoerd wanneer een onderdeel van het netwerk is gewijzigd of vervangen. Zie “Gegevensbronnen selecteren”...
  • Pagina 17 Informatiepaneel van de modus AUTO SET HDG (Vaarrichting instellen): hiermee worden de vaarrichting en de repeater-unit (Waar of Magnetisch) ingesteld SOG: grondsnelheid. Als ontbreekt, worden de snelheidsgegevens overgenomen van het log ( STW). Als ook het logboek ontbreekt of fouten bevat, kunt u de snelheid handmatig instellen via het snelmenu (MAN) COG: grondkoers...
  • Pagina 18 Het snelmenu in de automatische modi AUTO NoDrift Via het snelmenu in de modi kunt u de roerhoek en de tegenroerhoek wijzigen waarmee de ingestelde vaarrichting wordt aangehouden. U kunt de snelheid van het vaartuig ook instellen als die snelheid niet kan worden afgelezen van sensors. Via het snelmenu kunnen ook instellingenvensters worden geopend.
  • Pagina 19: Vaarrichting Vastleggen

    Snelheid Hiermee kunt u handmatig de snelheid van het vaartuig instellen als er geen log of een andere snelheidsbron is aangesloten. Vaarrichting vastleggen AUTO NoDrift Wanneer het vaartuig draait in de modus en u meteen opnieuw op de modustoets drukt, wordt de functie voor het vastleggen van de vaarrichting geactiveerd. Hiermee wordt het draaien automatisch geannuleerd.
  • Pagina 20: Navigatiemodus

    Stoppen van de draai U kunt op elk moment tijdens het draaien op een modustoets drukken om het draaien (draaipatroon) te beëindigen en terug te keren naar de standaardmodus. Navigatiemodus Waarschuwing: navigatiebesturing mag alleen in open wateren worden gebruikt. In de modus kan de AP60 met stuurgegevens uit een externe kaartplotter het vaartuig naar één specifieke waypoint-locatie of naar een reeks waypoints laten varen.
  • Pagina 21 Draaien in de modus NAV Als uw vaartuig de aankomstcirkel van een waypoint bereikt, geeft de stuurautomaat een hoorbare waarschuwing en wordt een waarschuwingsscherm met de nieuwe koersgegevens weergegeven. De gebruikte draairadius wordt gedefinieerd in de draaiparameters voor het profiel dat wordt gebruikt.
  • Pagina 22 tijd inzet om een soepele draai naar de volgende etappe te maken. Onderstaande illustratie kan worden gebruikt om bij het aanmaken van de route de juiste waypoint-cirkel te kiezen. Bootsnelheid in knopen Aankomstcirkel, straal in 1/100 nm 10 11 12 Voorbeeld: met een snelheid van 20 knopen dient u een waypoint-cirkel te gebruiken met een radius van 0,09 nm.
  • Pagina 23: Het Alarmsysteem

    Het alarmsysteem Het AP60-systeem controleert voortdurend of er zich gevaarlijke situaties en systeemfouten voordoen terwijl het systeem draait. Typen meldingen Er zijn twee typen meldingen: • Alarmen Deze worden gegenereerd wanneer er zich omstandigheden voordoen die gevaarlijk zijn voor het vermogen of de prestaties van het systeem. U moet alle alarmmeldingen nauwkeurig bekijken om de oorzaak en het effect van het probleem te kunnen vaststellen.
  • Pagina 24 die zijn aangesloten op het systeem. Raadpleeg de documentatie van de desbetreffende apparatuur voor verdere beschrijvingen van deze alarmen. Alarm/ Type Waarschuwing/alarm Mogelijke oorzaak en aanbevolen acties waarschuwing De actieve besturingsunit gaat over op stil. Controleer/repareer de CAN-buskabel Actieve De verbinding tussen Vervang de bedienunit bedienings- de computer van de...
  • Pagina 25 Alarm/ Type Waarschuwing/alarm Mogelijke oorzaak en aanbevolen acties waarschuwing Controleer of het groene CPU-lampje van de defecte unit knippert (zie referentielabel aan binnenzijde klep van unit voor Drive De hoofdcomputer (AC70) locatie van dat lampje). Als dat lampje niet brandt, controleert u computer van de stuurautomaat de stroomvoorziening/zekering (AC70).
  • Pagina 26 Alarm/ Type Waarschuwing/alarm Mogelijke oorzaak en aanbevolen acties waarschuwing Kan worden veroorzaakt door extreme weersomstandigheden De vaarrichting van het en/of een te lage snelheid. vaartuig wijkt af van de Controleer de stuurparameters (Roer, Autotrim, Seastate- ingestelde vaarrichtingslimiet. filter) Van koers Automatische reset wanneer Verhoog waarde respons/roer het vaartuig weer binnen de...
  • Pagina 27 Alarm/ Type Waarschuwing/alarm Mogelijke oorzaak en aanbevolen acties waarschuwing Controleer of de thruster is ingesteld op besturing door Drive ready stuurautomaat missing Geen gereed-respons bij Controleer de kabels naar de handshake-poort op de SD80/ (Aandrijving aanvraag van stuurautomaat AD80-kaart gereed op handshake-poort Zorg ervoor dat handshake op AD80/SD80-kaart is ingescha- ontbreekt)
  • Pagina 28: Systeemconfiguratie

    Systeemconfiguratie De stuurautomaat voor de eerste keer inschakelen Als de stuurautomaat is geïnstalleerd, moet het systeem worden geconfigureerd en moeten de inbedrijfstellingsprocedures worden uitgevoerd. Als dit niet correct gebeurt, kan het zijn dat de stuurautomaat niet goed functioneert. Voordat u de stuurautomaat inschakelt en een installatie-instelling uitvoert, moeten de installatie van de hardware en de elektrische installatie zijn voltooid en uitgevoerd conform de installatie-instructies.
  • Pagina 29: Netwerkinstellingen

    Maateenheden De geselecteerde eenheden gelden voor alle units in dezelfde SimNet-groepen. Zie “SimNet- groepen” op pagina 29. ¼ Opmerking: de display-unit voor vaarrichtingsgegevens wordt niet alleen door de gebruiker bepaald. Als de werkelijke vaarrichting gewenst is maar het geselecteerde kompas is een magnetisch kompas, moet de magnetische afwijking beschikbaar zijn vanuit een positie- of navigatiebron.
  • Pagina 30 Auto selecteren De optie Auto selecteren gaat na welke SimNet-bronnen er met het netwerk zijn verbonden. Als er voor elk gegevenstype meerdere bronnen beschikbaar zijn, selecteert het systeem automatisch een bron in de interne prioriteitenlijst. De functie Auto selecteren is voornamelijk bedoeld voor situaties waarin de automatische bronkeuze moet worden bijgewerkt omdat een geselecteerde gegevensbron geen gegevens aanlevert of door een andere gegevensbron is vervangen.
  • Pagina 31: Simnet-Groepen

    Diagnostiek Op de diagnosepagina staan de details voor het NMEA 2000/CAN-busnetwerk. Optie Beschrijving Geeft aan of de netwerk-backbone is ingeschakeld en functioneert. Bus status Als de waarde is uitgeschakeld: controleer de afsluiting en bekabeling Rx overflows Een waarde groter dan 0 kan betekenen dat de software zwaar wordt belast en inkomende berichten niet direct kan verwerken Rx overruns Gedetecteerde fouten sinds opstarten.
  • Pagina 32 HOOFDBRUG AP60-BEDIENUNIT NF80 AP60 CONTROL HEAD EXTERN STATION AP60-BEDIENUNIT QS80 AP60 CONTROL HEAD Demping Deze functie wordt gebruikt om te komen tot een meer stabiele aflezing op het display als er schommelingen zijn in de sensorgegevens. Dit wordt bereikt door het gemiddelde van de ontvangen gegevens te berekenen. Een hoge waarde zorgt voor het vertraagd bijwerken van de gegevens op het display.
  • Pagina 33: Installatie-Instellingen

    Installatie-instellingen Wanneer de stuurautomaat door de fabriek wordt geleverd en ALTIJD NADAT EEN RESET VAN DE STUURAUTOMAAT IS UITGEVOERD, staan alle installatie-instellingen ingesteld op de fabrieksinstellingen (standaardwaarden). Er wordt een melding weergegeven en een volledige setup dient te worden uitgevoerd. ¼...
  • Pagina 34: Geavanceerde Aandrijfinstellingen

    Configuratie en kalibratie van thruster Selecteer de SD80 en druk op de toets MENU, de toets met de pijl naar rechts of de stuurboordtoets om verder te gaan naar het dialoogvenster voor het configureren van de SD80 Drive type, Aandrijfspanning Drive inschakelen Selecteer relevante instellingen voor ¼...
  • Pagina 35 Dode zone van het roer Dit is een "leer"-functie die constant is geactiveerd. Deze functie voorkomt dat het roer gaat slingeren. De functie optimaliseert de dode zone voor de snelheid van het vaartuig en de druk op het roer. Als de automatische instelling niet goed functioneert door grote traagheid van het stuurwiel of een loszittende stuurinrichting, kan deze instelling handmatig worden aangepast.
  • Pagina 36 De handshake voor de interface van de stuurautomaat//stuurinrichting met vaste- niveausignalen op kan vanuit het menu worden in- en uitgeschakeld. • Het uitvoercontact wordt gesloten wanneer de besturing wordt overgenomen door de stuurautomaat. • Invoer die kan worden gesloten zolang de stuurinrichting door de stuurautomaat kan worden overgenomen Configuratie van het vaartuig ¼...
  • Pagina 37: Profielen

    Het wordt aangeraden een waarde in te stellen voor de snelheid waarop de boeg boven het water begint uit te komen, of voor de snelheid waar u van langzaam varen overgaat op kruissnelheid. Overgang naar profiel NORMAL met toenemende snelheid: 10 kn Overgangssnelheid ingesteld op 9 kn Overgang naar profiel WORK met afnemende snelheid: 8 kn...
  • Pagina 38 NORMAL en het profiel WORK. profiel NORMAL Het wordt aangeraden het profiel als algemeen profiel voor een verplaatsingsvaartuig te gebruiken. Planerende- en waterjetboten Planing of Waterjet, schakelt de stuurautomaat Wanneer het type boot staat ingesteld op NORMAL WORK automatisch tussen het profiel op basis van de snelheid van het vaartuig en de instellingen van de overgangssnelheid.
  • Pagina 39 AUTO De waarde voor Autotrim wordt steeds opnieuw ingesteld wanneer de modus wordt geactiveerd of wanneer de koers wordt gewijzigd met meer dan 20°. Tijdens het draaien wordt de functie Autotrim automatisch uitgeschakeld. • Bereik: 10 - 300 sec. • Standaard: afhankelijk van de ingestelde lengte van het vaartuig Off heading limit (Limiet voor afwijking vaarrichting) Hiermee stelt u het alarm voor de limiet voor de afwijking van de vaarrichting in.
  • Pagina 40: Kompaskalibratie

    "Gebruikte" midscheepspositie is de hoek van het roer waarin het vaartuig een rechte koers vaart. De instelling voor de roerlimiet is alleen actief tijdens de automatische besturing op rechte koersen en NIET tijdens koerswijzigingen. Deze roerlimiet heeft geen invloed op Non-Follow- up-sturen of Follow-up-sturen.
  • Pagina 41: Proefvaart

    ¼ Opmerking: de kalibratie moet worden verricht op het kompas dat staat ingeschakeld voor de stuurautomaat. Als er een ander model kompas van Simrad of van een andere fabrikant is geïnstalleerd, raadpleegt u de kalibratie-instructies voor dat kompas. ¼ Opmerking: in bepaalde gebieden en bij hogere breedtegraden wordt de lokale magnetische interferentie groter en moeten mogelijk vaarrichtingsfouten van ±...
  • Pagina 42 De stuurautomaat voor optimale stuurprestaties afstellen Als u het juiste type vaartuig, de lengte van het vaartuig en de kruissnelheid hebt ingevoerd, hoeft u waarschijnlijk niet verder handmatig of automatisch af te stellen. Zie “Configuratie van het vaartuig” op pagina 34. ¼...
  • Pagina 43: Autotune Uitvoeren

    Autotune uitvoeren Bij het uitvoeren van een Autotune zal het vaartuig aan aantal S-bochten moeten nemen. Op basis van het gedrag van het vaartuig zal de stuurautomaat automatisch de belangrijkste stuurparameters (roer-gain en tegenroer) instellen. De schaalfactoren voor de parameters worden automatisch ingesteld als een functie van het ingestelde boottype.
  • Pagina 44 • Hoe groter de traagheid van het vaartuig, hoe hoger de waarde moet zijn Steeds meer tegenroer kan resulteren in meer roeractiviteit, ook bij het varen van een rechte koers. De beste manier om de waarde van de tegenroerinstelling te controleren, is tijdens het varen van bochten.
  • Pagina 45: Onderhoud

    Onderhoud Preventief onderhoud De AP60-besturingsunits bevatten geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. De gebruiker kan daarom maar zeer beperkt preventief onderhoud uitvoeren. Om UV-schade aan de kunststof omlijsting en de rubberen toetsen te voorkomen, wordt aanbevolen het zonnescherm te plaatsen als de unit voor langere tijd niet wordt gebruikt. Eenvoudige onderhoudsprocedures Reinigen van de display-unit Gebruik waar mogelijk een schoonmaakdoekje om het scherm schoon te maken.
  • Pagina 46: Lijst Met Apparaten

    Bus status als de teller op 1 of meer staat Softwareversie en serienummer van de unit Software-upgrades De nieuwste software voor de AP60 kan worden gedownload van onze websites: pro.simrad-yachting.com en www.simrad-yachting.com. Na de upgrade-bestanden volgen gedetailleerde instructies voor het installeren van de software. 44 | Onderhoud |...
  • Pagina 47: Menu-Overzicht

    Menu-overzicht De snelmenu's De snelmenu's zijn afhankelijk van de modus en worden weergegeven door op de toets MENU te drukken. De menu's met de meest gebruikte instellingen voor de actieve modus. Via elk snelmenu kunt u de instellingenmenu's openen. De snelmenu's worden beschreven in “De bedrijfsmodi” op pagina 12. De modi Standby, FU en NFU De modi AUTO en NoDrift De modus NAV...
  • Pagina 48 46 | Menu-overzicht | AP60 Bedieningshandleiding...

Inhoudsopgave