40 |
De stuurautomaat voor optimale stuurprestaties afstellen
Als u het juiste type vaartuig, de lengte van het vaartuig en de kruissnelheid hebt ingevoerd,
hoeft u waarschijnlijk niet verder handmatig of automatisch af te stellen. Zie "Configuratie van
het vaartuig" op pagina 34.
¼ Opmerkingen:
•
Als het stuurkompas een magnetisch kompas is, stelt u de stuurrichting naar oost of west
voor de stuurautomaat af, omdat dit de best uitgebalanceerde parameters oplevert
•
De snelheid moet tijdens het afstellen zo dicht mogelijk in de buurt van de kruissnelheid
liggen. Zorg ervoor dat deze goed is ingesteld en zoals staat beschreven in "Configuratie van
het vaartuig" op pagina 34
•
NORMAL
Het profiel
wordt tijdens de proefvaart gebruikt
•
Alle afstellingen moeten altijd in open water en op een veilige afstand van andere vaartuigen
worden uitgevoerd
Eerste automatische leerproces
Voordat u de stuurautomaat handmatig of automatisch gaat afstellen, moet de
stuurautomaat eerst de draai-eigenschappen van het vaartuig worden aangeleerd. Dit wordt
gedaan door in de modus
stuurboord uit te voeren. Voor deze test kunt u de functie U-bocht (180°) gebruiken.
De stuurautomaat vindt nu de juiste stand van het roer om de ingestelde draaihoek tijdens
het draaien aan te houden.
Ga daarna als volgt verder om te controleren of de besturing van het vaartuig naar behoren
werkt:
1.
Zet het vaartuig vast op een vaarrichting en selecteer vervolgens de modus
2.
Let erop dat de koers wordt aangehouden, en let op de roeropdrachten
-
De stuurautomaat moet het vaartuig binnen een gemiddelde van + /-1 graad op de
ingestelde koers houden, vooropgesteld dat de zee rustig is en er weinig wind is
3.
Voer enkele kleine en grotere koerswijzigingen naar bakboord en stuurboord uit en kijk hoe
het vaartuig zich instelt op de nieuwe koers
-
Het vaartuig mag maar minimaal afwijken van de ingestelde koers (zie het voorbeeld in
"Handmatig afstellen" op pagina 41)
Als de stuurautomaat het vaartuig niet goed op koers houdt of het vaartuig niet goed draait,
kunt u de functie Autotune gebruiken of de stuurautomaat handmatig afstellen.
¼ Opmerking:
Autotune wordt afgeraden als het schip langer is dan ongeveer 30 m of een zeer
hoge kruissnelheid heeft. In dat geval wordt handmatig afstellen aangeraden.
Zowel Autotune als handmatig afstellen moet in rustige wateren worden uitgevoerd.
Systeemconfiguratie |
AP60 Bedieningshandleiding
AUTO
een grote koerswijziging (minimaal 90°) naar bakboord en
AUTO