Stuurprogramma (Windows)
1.
Selecteer Start, Instellingen en Printers.
2.
Klik met de rechtermuisknop op de printer 5500 en kies Afdrukvoorkeuren.
3.
Kies het tabblad Uitvoeropties.
4.
Selecteer het vervolgkeuzemenu Perforeren.
5.
Selecteer de gewenste optie.
CentreWare IS
1.
Start uw webbrowser.
2.
Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser (http://
xxx.xxx.xxx.xxx).
3.
Klik op Eigenschappen.
4.
Selecteer Printer Defaults (Standaardinstellingen printer) op de navigatiebalk links.
Klap General (Algemeen) uit om Printer Default (Standaardinstellingen printer) weer
te geven.
5.
Selecteer On (Aan) of Off (Uit) in het vervolgkeuzemenu Punch (Perforatie-eenheid).
6.
Selecteer het gewenste aantal perforatiegaatjes in het vervolgkeuzemenu Punch Holes
(Perforatiegaatjes).
7.
Klik op de knop Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Perforatie in- en uitschakelen in een ondersteund stuurprogramma:
■
Windows 98, Windows Me, Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003,
Windows NT-PostScript-stuurprogramma:
Selecteer op het tabblad Uitvoeropties de optie Aan of Uit in de vervolgkeuzelijst
Perforeren en selecteer vervolgens Bovenste lade stapeleenheid of Onderste lade
stapeleenheid in de vervolgkeuzelijst Papierbestemming.
Mac OS 9-stuurprogramma:
■
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de optie Afwerkopties in de vervolgkeuzelijst
en selecteer dan het aantal perforaties in Aantal perforatiegaatjes.
■
Mac OS X (versie 10.1 en hoger)-stuurprogramma:
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de optie Afwerkopties in de vervolgkeuzelijst
en selecteer dan het aantal perforaties in Perforeren.
Phaser® 5500-laserprinter
2-33
Eenvoudige afdruktaken