Dit zijn voorbeelden van papier dat niet mag worden gebruikt:
■
ruwe of poreuze media.
gefotokopieerd papier.
■
■
papier met uitgeknipte delen of perforaties.
■
papier met nietjes.
■
vensterenveloppen, enveloppen met metalen klemmen, plakranden met beschermstrips of
naden op de zijkanten.
Opmerking
Door papier in perfecte staat te gebruiken, verlengt u de levensduur van de onderdelen en
verbetert u de afdrukkwaliteit. Papier met een betere snijkwaliteit vermindert ook het
vastlopen of verkeerd invoeren van papier.
Lade instellen
Plaats het papier, de transparanten of andere speciale media in de lade:
■
Pas de breedte- en lengtegeleiders aan als u papier gebruikt dat een andere breedte
of lengte heeft.
■
Waaier het papier, de transparanten of andere speciale media uit voordat u de stapel in de
papierlade plaatst.
■
Leg niet te veel papier in de lade. Laad het papier niet boven de vullijnen in de lade.
■
Schuif de lengte- en zijgeleider stevig tegen het papier of de andere speciale media.
Duw de lade helemaal in de printer.
■
■
Selecteer het papiertype en -formaat wanneer hierom wordt gevraagd op het voorpaneel.
Ga voor on line ondersteuningsinformatie naar www.xerox.com/office/5500support.
MAX
Lade 1 (MPT): lange zijde eerst
(aanbevolen)
5500-100
Lade 1 (MPT): korte zijde eerst
Phaser® 5500-laserprinter
2-3
Ondersteund papier
MAX
5500-101