Novell NetWare-hardware stap voor stap
Controleer de LED-activiteit op de printer. De groene verbindings-LED is AAN wanneer de
printer is aangesloten op een actief netwerk. De oranje verkeers-LED knippert snel wanneer
gegevens worden ontvangen.
1.
Controleer het volgende:
■
De kabelverbindingen: Gebruik indien mogelijk een nieuwe kabel of
nieuwe connectoren.
■
De poort waarop de printer is aangesloten. Sluit een goed werkend netwerkapparaat
op de printer aan om de poort te testen.
2.
Druk de "Configuratiepagina" af vanaf de printer. Ga naar
Voorpaneel
voor informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.
3.
Controleer de verbindingsinstellingen en kijk het volgende na:
■
Is NetWare ingeschakeld?
■
Komt Frametype overeen met het frametype van de gewenste bestandsserver?
Opmerking
Om het NetWare IPX-frametype te bepalen, typt u config in het Novell-
consolescherm. In grote netwerken, waar meerdere IPX-frametypen worden gebruikt,
is het van doorslaggevend belang dat het frametype correct wordt ingesteld.
Is PDL ingesteld op de gewenste PDL (PostScript of PCL) of op Auto?
■
■
Is NDS Tree (NDS-structuur, voor NetWare 4.x NDS en hoger) ingesteld op de juiste
NDS-structuurnaam?
■
Is NDS Context (voor NetWare 4.x NDS en hoger) ingesteld op de juiste
NDS context?
Is Print Server Name (PServer) ingesteld op de naam die voor de Phaser-printer is
■
geselecteerd om als printserver te dienen?
■
Is Novell Mode correct ingesteld?
4.
Als er wijzigingen zijn aangebracht, stelt u de printer opnieuw in. Is de printer opnieuw
ingesteld, dan wacht u ongeveer twee minuten tot de printer de zelftest heeft uitgevoerd en
meldt u zich vervolgens aan bij de netwerkserver.
5.
Druk de configuratiepagina nogmaals af om te controleren of de punten die u hebt
gewijzigd, zijn ingesteld en behouden.
Phaser® 5500-laserprinter
3-41
Novell NetWare
Documentatie/Functies/