Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
9.
Eindcontrole RS350S na revisie
9.1.
Algemeen
Eindcontrole vindt plaats op de volledig geassembleerde regelaar.
Verondersteld dient te worden dat de, in dit document, hiervoor afgaande beschreven procedures,
voor het desbetreffende onderdeel (regelaar, stuurdrukregelaar en veiligheidsklepafsluiter) zijn
uitgevoerd (zie ook paragraaf 7.2.).
Start met de controle op gas dichtheid van flens- en leidingaansluitingen.
Onderstaande punten zijn van toepassing op de gehele controle
Indien een regelaar op één of meer punten wordt afgekeurd, dient na de aanpassing de gehele
•
procedure opnieuw uitgevoerd te worden.
Controle op dichtheid met behulp van lekzoekvloeistof.
•
In chronologische volgorde uitvoeren:
- Volledige bevochtiging met lekzoekvloeistof van alle drukvoerende delen en alle (scheiding)
vlakken,
- wachten tot het schuim, dat ontstaat tijdens het bevochtigen, verdwenen is,
- controleren of er bellen ontstaan,
- goedkeur criterium is "bellendicht",
- bij twijfel de gehele controle op dichtheid nogmaals uitvoeren.
Algemeen kan men stellen dat een grote inwendige lekkage meestal zijn oorzaak in de regelaar
heeft, en dat kleine lekkages meestal zijn oorzaak in de stuurdrukregelaar heeft.
Keuze manometer:
•
Instelbereik regelaar
25 -
50 mbar
50 -
100 mbar
100 -
200 mbar
200 - 400 mbar
400 - 800 mbar
800 - 1600 mbar
1600 - 3200 mbar
3200 - 6400 mbar
Temperatuurverschillen resulteren, in een afgesloten volume, in drukverschillen (ca.
3 mbar/°C). Hiermee moet rekening gehouden worden bij het controleren op
inwendige lek.
Is het lek relatief groot, dan moet de oorzaak bij de regelaar gezocht worden. Is het
lek relatief klein, dan de oorzaak eerst bij de stuurdrukregelaar zoeken.
Range digitale manometer
300 mbar
300 mbar
300 mbar
1000 mbar
1000 mbar
7500 mbar
7500 mbar
7500 mbar
DDD3001MHNL/11-2021/rev.A6
RS350S PN10
45