Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
8.2.1.
Regelsectie stuurdrukregelaar
De regelsectie bestaat uit een huis, met daarin een hulpdrukregelaar, toestroomklep en een
afstroomklep geïntegreerd.
8.2.1.1. Hulpdrukregelaar
De hulpdruk regelaar bestaat uit twee samenstellingen, te weten:
Hulpdruk regelaar regelsectie, bestaande uit een regelklep volgens figuur 12
•
Hulpdruk regelaar meetsectie, bestaande uit een samengesteld membraan en koppeling volgens
•
figuur 13.
8.2.2.
Regelsectie hulpdrukregelaar
8.2.2.1. Assembleren regelklep
Monteer de O-ring (4), zie figuur 12, op zitting (5). Alleen de O-ring licht invetten. Monteer de zitting
(5) in het huis (2) door middel van een pijp van Ø 10 mm. Plaats de klep (7), veer (8) en de deksel
(6). Plaats de zekeringsring (9) en positioneer de drukpen (1).
8.2.2.2. Inbouwen regelklep
Draai de regelklep (9) en O-ring (8), zie figuur 11, in het huis van de stuurdrukregelaar (13) door
middel van steek/dopsleutel 30 (max. 20 Nm).
Tijdens het (de)monteren kan de drukpen (1) uit de hulpdrukklep vallen (figuur 12).
Tijdens de montage van de hulpdruk klep mag geen vet gebruikt worden.
8.2.2.3. Uitbouwen regelklep
Draai hulpdruk klepsamenstelling (9) uit het huis van de stuurdrukregelaar (13) door middel van
ring/dopsleutel 30, zie figuur 11.
8.2.2.4. Demontage regelklep
Demonteer seegerring (9) om deksel (6), veer (8) en klep (7), uit huis (2) te verwijderen (zie figuur
12). Plaats een pen (max. diameter 2 mm) schuin in het drukpengat, en druk de zitting (4) uit het
huis (2). Vervolgens kan de O-ring (4) verwijderd worden.
Figuur 12: Hulpdrukregelaar regelklep
DDD3001MHNL/11-2021/rev.A6
RS350S PN10
26