Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiecontrole; Controle Op Functioneren; Controle Van De Sluitdruk - Wigersma & Sikkema RS350S Installatie-, Gebruikers- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor RS350S:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
6.3.

Functiecontrole

Regelaar in bedrijf, uitlaatafsluiter dicht.
6.3.1.

Controle op functioneren

Open de inregelkraan ongeveer 1/8 slag zodat de regelaar weinig levert. De druk behoort nu stabiel
geregeld te worden of mag periodiek variëren binnen de regelklasse. Voorwaarde kan zijn dat de
adem opening gedempt moet worden d.m.v. een sleutel (zie voorgaande paragraaf)
Indien de uitlaatdruk geregeld wordt volgens curve 2 in figuur 6, dan is de regelaar in goede conditie,
en zal voldoen aan de regelklasse. Vervolgens dient de stuurdrukregelaar nagesteld te worden zoals
beschreven in de voorgaande paragraaf 6.2.
Indien de uitlaatdruk een zaagtandvormig verloop vertoont met een amplitude (top-top waarde)
groter dan 4x de regelklasse (zie figuur 7) dan is de conditie niet optimaal en behoort de regelaar
onderhouden te worden (zie hoofdstuk 7).
Meestal is de oorzaak valse afstroming van de stuurdruk als gevolg van een lekkage in de
aansluitleiding Pm, maar soms is de oorzaak verhoogde wrijving van de lagering in de regelaar of
stuurdrukregelaar. Een stations configuratie welke anders is dan voorgeschreven, zoals
aangegeven in figuur 2, alsmede een obstakel in de nabijheid van de uitvoerzijde van de regelaar
kan ook tot een onrustig regelgedrag leiden.
Zo is het mogelijk dat de regelaar een onrustig regelgedrag gaat vertonen wanneer de afname
veranderd wordt door de regelkraan te bedienen. Door de ademopening van de stuurdrukregelaar
af te dekken kan dit de regelaar weer rustig laten worden. Het onrustige regelgedrag verdwijnt
wanneer de afsluiter van de regelstraat geopend wordt, en de regelaar aan het net gaat leveren.
Uitlaatdruk Pd
0
6.3.2.

Controle van de sluitdruk

Open de inregelkraan en meet de uitlaatdruk. Sluit de inregelkraan langzaam, de druk loopt nu
langzaam op. Open de inregelkraan kort zodat de uitlaatdruk daalt tot een waarde die ongeveer 3%
hoger ligt dan de zojuist gemeten uitlaatdruk. Nu ontstaat de statische sluitdruk zonder de invloed
van regelacties van de regelaar.
1
2
3
Figuur 7
Pd > 50 mbar SG 5%
Pd < 50 mbar SG 10%
DDD3001MHNL/11-2021/rev.A6
Tijd (regel-acties)
4
RS350S PN10
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave