INGERSOLL-RAND - DIESELMOTOREN 4IRD5TE EN 6IRF8TE
9. Vul het motorcarter met de juiste motorolie via de vulopening in het kleppendeksel (A) of via de olievulopening
aan de ene of de andere zijde (B) afhankelijk van de motortoepassing. (Zie voor de juiste motorolie
DIESELMOTOROLIE in het hoofdstuk "Brandstoffen, smeermiddelen en koelvloeistof").
Zie voor de juiste olievulhoeveelheid voor uw motor
OLIEVULHOEVEELHEDEN VAN MOTORCARTER in
het hoofdstuk "Specificaties" van deze handleiding.
OPMERKING
Laat de startmotor onmiddellijk na het beëindigen
van een olieverversing gedurende 30 seconden
draaien zonder de motor te laten aanslaan. Op die
manier worden de motoronderdelen voldoende
gesmeerd voordat de motor aanslaat.
OPMERKING: De olie-inhoud van het carter kan licht verschillen. Vul het carter ALTIJD binnen de geribbelde
gedeelten op de peilstok. Vul niet totdat het carter overloopt.
10. Start de motor en laat hem draaien om te
controleren op eventuele lekken.
11. Leg de motor stil en controleer het oliepeil na 10
minuten. Het oliepeil moet binnen de geribbelde
gedeelten op de peilstok staan.
A— Olievulopening in kleppendeksel
B— Olievulopening aan zijkant van motor
Olievulopening in kleppendeksel
Olievulopening aan zijkant van motor
62