INGERSOLL-RAND - DIESELMOTOREN 4IRD5TE EN 6IRF8TE
Verversen van motorolie en vervangen van
filter
OPMERKING: Ververs de olie en vervang het filter
tijdens het inlopen van de motor voor
het eerst vóór maximaal 100
bedrijfsuren.
Ga als volgt te werk om de motorolie te verversen
en het oliefilter te vervangen:
1. Laat de motor circa 5 minuten draaien om de
olie op te warmen. Leg de motor stil.
2. Verwijder de aftapplug van het oliecarter (pijl).
3. Tap de olie uit het carter af terwijl die warm is.
OPMERKING: De plaats van de aftapplug kan verschillen naargelang van de toepassing.
4. Draai het filterelement (A) met behulp van een geschikte filtersleutel om het te verwijderen. Verwijder het
oliefilterelement.
OPMERKING: Afhankelijk van de motortoepassing kan het oliefilter zich zowel aan de ene als de andere zijde van de
motor bevinden in een hoge of lage montagepositie.
De filtering van olie is essentieel voor een goede smering. Vervang het filter altijd regelmatig.
Gebruik filters die voldoen aan de prestatiespecificaties van Ingersoll-Rand.
5. Smeer schone motorolie aan de binnen- (B) en
buitenafdichtringen (C) en de schroefdraden van het nieuwe
filter.
6. Veeg beide afdichtingsoppervlakken van de kop (D, E) af met
een schone doek. Zorg ervoor dat de stofafdichtring (F) is
aangebracht, en vervang deze indien hij is beschadigd.
OPMERKING
Draai een filterelement bij het installeren alleen MET DE HAND
VAST. Een filtersleutel mag ALLEEN worden gebruikt om een filter
7. Installeer en draai het oliefilter stevig met de hand tegen de
stofafdichtring (F). Draai het NIET nog eens 3/4 tot 1-1/4 slag
nadat het de pakking heeft geraakt, zoals het geval is met
standaardfilters.
8. Draai de aftapplug vast volgens de specificaties.
OPMERKING
te VERWIJDEREN.
A— Oliefilterelement
B— Binnenste afdichtring
C— Buitenste afdichtring
A— Oliefilterelement
D— Afdichtingsoppervlak op kop
E— Afdichtingsoppervlak op kop
F— Afdichtring
61
Oliefilterafdichtringen