Nadat het pomphuis is verwijderd, moeten de bovenste en
onderste vulplaatjes voorzichtig worden gehanteerd en geplaatst.
Houd hun positie in het oog om verkeerde uitlijning te voorkomen
en de juiste speling tussen rotors en rotorhuis te behouden.
Zij worden in de fabriek voor die specifieke pomp geselecteerd.
6.2 INSPECTIE
Controleer tijdens het uitvoeren van standaard onderhoud of reiniging op tekenen van schade of
extreme slijtage. Een eenvoudige inspectie kan al lang voordat het ernstig wordt, tekenen van een
probleem blootleggen. Detectie van dergelijke problemen kan kostbare reparaties voorkomen en de
stilstandtijd verkorten.
1. Inspecteer O-ringen en afdichtingen voor hergebruik. Versleten O-ringen en afdichtingen
moeten worden vervangen.
2. Inspecteer de afdichtingsvlakken op afbrokkelingen, krassen of barsten. Vervang
beschadigde afdichtingsvlakken.
3. Inspecteer of de aanligvlakken van de assen en rotoren en andere metalen onderdelen
beschadigd zijn.
4. Inspecteer rotoren, rotorhuis en rotordeksel op tekenen van aanlopen. Sporen van aanlopen
moeten verwijderd worden of de betreffende onderdelen vervangen.
5. Inspecteer de rotorboutgroef op bramen. Bramen moeten worden verwijderd of beschadigde
onderdelen vervangen.)
19
Fig. 8