6.3.2
Omkeren van FE naar FA
1. De aandrij ving van het ventiel verwij de-
ren, overeenkomstig hoofdst. 9.2.
2. De korte schroeven (A20) en moeren (A21)
van de deksels (A1, A2) losschroeven.
3. Bovenste deksel (1) afnemen.
4. De aandrij fstang (A7) met membraan-
schotel (A5) en membraan (A4) uit het
onderste deksel (A2) trekken.
5. De veren (A10) verwij deren.
6. De aandrij fstang (A7) in een bank-
schroef met beschermende klauwen aan-
spannen. Zorg ervoor dat de aan-
drij fstang niet beschadigd wordt.
7. De kraagmoer (A15) volledig losschroe-
ven.
8. Het drukstuk (A35) tezamen met de mem-
braanschotel (A5) en membraan (A4)
van de aandrij fstang (A7) verwij deren.
9. De sluitring (A37) verwij deren.
De ring wordt bij de draairichting FA niet
gebruikt.
10. De membraanschotel (A5) met mem-
braan (A4) en drukstuk (A35) omge-
keerd op de aandrij fstang (A7) plaatsen.
U moet ervoor zorgen dat de afdich-
tingslip van het membraan (A4) volledig
tussen het drukstuk (A 35) en de mem-
braanschotel (A5) geplaatst wordt (over-
eenkomstigbeeld 6).
11. De kraagmoer (A15) tegen het drukstuk
(A35) schroeven. Let op het aandraaimo-
ment.
12. De aandrij fstang (A7) met geschikt af-
dichtings- en smeermiddel insmeren.
EB 8310-4 NL
A4
Membraan
A5
Membraanschotel A35
A7
Aandrij fstang
beeld 6: Plaatsing van de onderdelen voor
draairichting FA
13. De aandrij fstang (A7) met membraan-
schotel (A5) en membraan (A4) uit het
onderste deksel (A2) trekken.
14. De veren (A10) op dusdanige wij ze in
het onderste deksel aanbrengen, dat
deze door de verdieping in het deksel
gecentreerd worden.
15. Het bovenste deksel (A1) terugplaatsen.
16. Eventueel de veren voorspannen, over-
eenkomstig hoofdstuk 5.2.
17. Het onderste en bovenste deksel (A1,
A2) met schroeven (A20) en moeren
(A21) vastschroeven. Let op het aan-
draaimoment.
18. Type 3271: De ontluchtingsstoppen
(A16) van de onderste naar de bovenste
steldrukaansluiting (S) schtoeven.
Bediening
A15
A5
A4
A35
A7
A15
Kraagmoer
Drukstuk
29