Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage En Inbedrij Fstelling; Ventiel En Aandrij Ving Monteren - Samson 3271 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Montage en inbedrij fstelling
5 Montage en inbedrij fstelling
SAMSON-regenventielen worden gebruiks-
klaar geleverd. In afzonderlij ke gevallen
wordt de aandrij ving en ventiel afzonderlij k
geleverd en moeten deze gemonteerd wor-
den. Hierna volgen de genoemde activiteiten
uitgevoerd, die noodzakelij k zij n voor de in-
stallatie en inbedrij fstelling van de aandrij -
ving.
!
KENNISGEVING
Beschadigingen aan de aandrij ving door te
hoge of te lage aandraaimomenten!
De componenten van de aandrij ving moeten
met bepaalde draaimomenten worden aan-
getrokken. Te sterk aangedraaide compo-
nenten zij n onderhevig aan overmatige slij -
tage. Te zwak aangedraaide componenten
kunnen ertoe leiden dat componenten los ko-
men te zitten.
Aandraaimomenten aanhouden, overeen-
komstig  AB 0100.
!
KENNISGEVING
Beschadiging van de aandrij ving door on-
juiste gereedschappen!
Uitsluitend door SAMSON goedgekeurd ge-
reedschappen gebruiken, overeenkomstig
 AB 0100.
Informatie
Aanvullende informatie met betrekking tot de
montage, raadplegen in de bij behorende
documentatie van het ventiel.
22
5.1 Ventiel en aandrij ving
monteren
Indien de aandrij ving en ventiel nog niet
door SAMSON worden gemonteerd, moet u
als volgt handelen:
Informatie
− Alvorens een reeds gemonteerde aandrij -
ving door een andere aandrij ving vervan-
gen kan worden, moet eerst de reeds ge-
monteerde aandrij ving gedemonteerd wor-
den, overeenkomstig hoofdst. 9.2.
− Door het voorspannen van de aandrij fve-
ren kan de stelkracht verhoogd worden of
het slagbereik van de aandrij ving vermin-
derd worden, overeenkomstig hoofdst. 5.2.
Tip
De montage van het ventiel en de aandrij -
ving wordt uitgevoerd volgens het signaalbe-
reik en draairichting van de aandrij ving.
Deze informatie kunt u vinden op het type-
plaatje van de aandrij ving, overeenkomstig
hoofdstuk 2.1.
1. De contramoer van het ventiel (10) en de
koppelingsmoer (9) losdraaien.
2. De klep met de klepstang vast in de ze-
telring drukken.
3. De contramoer en de koppelingsmoer
naar beneden draaien.
4. De koppelingsklemmen (A26) en ringmoer
(A8) van de aandrij ving verwij deren.
5. De ringmoer over de klepstang schuiven.
EB 8310-4 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3277

Inhoudsopgave