Omdat langere blootstelling aan intens licht het netvlies kan beschadigen, mag het
apparaat niet onnodig lang worden gebruikt voor oogonderzoek en mag de instelling voor
helderheid de instelling die nodig is voor een duidelijke visualisatie van de doelstructuren
niet overschrijden.
De dosis voor blootstelling aan het netvlies die een fotochemisch gevaar oplevert,
is een product van de stralingsdichtheid en de blootstellingstijd. Als de waarde van de
stralingsdichtheid wordt gehalveerd, duurt het twee keer zo lang voor de maximale
blootstellingslimiet wordt bereikt.
Hoewel er geen acute optische stralingsgevaren zijn geconstateerd voor spleetlampen,
wordt aanbevolen om de intensiteit van licht dat in het oog van de patiënt wordt gericht,
te beperken tot het minimale niveau dat nodig is voor de diagnose. Baby's, personen bij
wie de ooglens ontbreekt en personen met oogziekten lopen een hoger risico. Het risico
kan ook toenemen als de persoon die wordt onderzocht in de afgelopen 24 uur al werd
blootgesteld aan hetzelfde instrument of een ander oogheelkundig instrument dat een
zichtbare lichtbron gebruikt. Dit geldt vooral als het oog is blootgesteld aan retina-
fotografie.
De rode richtstraal van de diodelaser heeft een gemiddeld vermogen dat varieert van
nauwelijks zichtbaar tot maximaal 1 mW. De veilige (klasse II) maximale blootstellings-
duur bij een maximaal vermogensniveau van 1 mW is 3,9 seconden. Om de patiënt te
beschermen tegen mogelijke retinaschade tijdens de behandeling dient u de laagste
praktische intensiteit van de richtstraal te gebruiken en de minimaal benodigde tijdsduur.
Als een van de grotere patronen wordt gebruikt terwijl de vergroting van de spleetlamp is
ingesteld op 32X, kan dit ertoe leiden dat het patroon het zichtveld te veel vult. Verlaag
de vergroting van de spleetlamp of pas de grootte van het patroon aan. Begin niet met
de behandeling tenzij het gehele patroon zichtbaar is.
Veiligheidsbril voor laserstraling
WAARSCHUWING: LASERGEVAAR
Veiligheidsbrillen voor laserstraling worden normaliter vereist bij de meeste lasers.
Wanneer het systeem wordt gebruikt, moet de laserveiligheidsdeskundige de noodzaak
voor veiligheidsbrillen bepalen op basis van de maximaal toelaatbare blootstelling
(Maximum Permissible Exposure; MPE), de nominale gevarenzone voor de ogen
(Nominal Ocular Hazard Area; NHZ) en de nominale oculaire gevarenafstand
(Nominal Ocular Hazard Distance; NOHD) voor elk van de beschikbare lasergolflengten
en ook van de golflengte zelf en van de indeling van de behandelkamer (meestal binnen
de gecontroleerde ruimte).
®
PASCAL
Synthesis TwinStar-lasersystemen voor oogheelkundige scans
88293-NL, Rev C
Pagina 18 van 144