9.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
10.10 Defecte componenten vervangen
10.10.1 Brander vervangen
1.
Demonteer de compacte thermomodule.
(→ Pagina 31)
2.
Maak de vier schroeven van de brander (1) los.
3.
Haal de brander eruit.
4.
Monteer de nieuwe brander met een nieuwe afdichting.
5.
Zorg ervoor dat de uitsparingen van afdichting en bran-
der aan het kijkgat van de branderdeur uitgelijnd zijn.
6.
Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 32)
10.10.2 Ventilator vervangen
1
2
3
4
5
6
7
1.
Haal de luchtaanzuigbuis eraf.
2.
Trek de drie stekkers (1) en (6) van het gasblok.
3.
Trek de stekker aan de sensor van de venturisproeier
(4) door op de grendelnok te drukken.
4.
Trek de stekker(s) (afhankelijk van de toestelvariant)
(8) van de ventilatormotor door op de grendelnok te
drukken.
5.
Draai de beide wartelmoeren (5) en (7) van het gas-
blok. Houd bij het losdraaien van de wartelmoeren het
gasblok vast.
36
6.
Los de drie schroeven (3) tussen de mengbuis (2) en
de ventilatorflens.
1
3
1
7.
Verwijder de bouwgroep, bestaande uit ventilator, ven-
turisproeier en gasblok, uit het toestel.
8.
Los de bevestigingsschroef (3) van het gasblok van de
houder.
9.
Haal het gasblok uit de houder.
10.
Verwijder de venturisproeier (2) met de gasaansluitbuis
(1) van de ventilator door de bajonetsluiting van de
venturisproeier tot aan de aanslag tegen de klok in te
draaien en daarna de venturisproeier uit de ventilator
te trekken.
1
2
11.
Demonteer de houder (2) van het gasblok van de venti-
lator. Maak hiervoor de drie schroeven (1) los.
8
12.
Vervang de defecte ventilator.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020181579_06
2