5.7.8
Bijkomende componenten aansluiten
U kunt de volgende componenten selecteren:
–
Warmwatercirculatiepomp
–
Externe CV-pomp
–
Boilerlaadpomp (niet geactiveerd)
–
Afzuigkap
–
Externe magneetklep
–
Externe storingsmelding
–
Zonnepomp (niet actief)
–
Afstandsbediening eBUS (niet actief)
–
Legionellabeveiligingspomp (niet actief)
–
Zonneklep (niet actief).
5.7.8.1 Hulprelais gebruiken
1.
Sluit een bijkomend component via de grijze stekker
op de printplaat direct op het geïntegreerde hulprelais
aan.
2.
Breng de bedrading zoals beschreven in de paragraaf
"Thermostaat monteren (→ Pagina 18)‟ aan.
3.
Om de aangesloten component in gebruik te nemen,
selecteert u de component via de diagnosecode D.026,
zie Diagnosecodes oproepen (→ Pagina 27).
5.7.8.2 VR 40 (multifunctionele module 2 uit 7)
gebruiken
1.
Monteer de componenten conform de desbetreffende
handleiding.
2.
Kies voor de aansturing van het relais 1 op de multi-
functionele module D.027 (→ Pagina 27).
3.
Kies voor de aansturing van het relais 2 op de multi-
functionele module D.028 (→ Pagina 27).
5.7.8.3 Circulatiepomp volgens de behoefte
aansturen
1.
Verbind de aansluitkabel van de externe toets met de
klemmen 1
(0) en 6 (FB) van de randstekker X41,
die bij de thermostaat geleverd is.
2.
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
printplaat.
3.
Druk op de externe toets om de circulatiepomp 5 minu-
ten te laten draaien.
5.7.8.4 Circulatiepomp met eBUS-regelaar
aansturen
1.
Kies een warmwaterprogramma (voorbereiding).
2.
Parametreer aan de thermostaat een circulatiepro-
gramma.
◁
De pomp loopt tijdens het in het programma vast-
gelegde tijdsvenster.
0020181579_06 Installatie- en onderhoudshandleiding
6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmogelijk-
heden van het gebruikersniveau zijn in de gebruiksaanwij-
zing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instelmogelijkheden van het
installateurniveau vindt u in de paragraaf "Overzicht menus-
tructuur installateurniveau" (→ Pagina 41).
6.1.1
Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade en functiestoringen
aan de CV-installatie leiden.
▶
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een paswoord tegen
toegang door onbevoegden beveiligd.
1.
Druk tegelijk op
en
◁
Op het display verschijnt het menu.
2.
Blader zo lang met
teurniveau verschijnt.
3.
Bevestig met (OK).
◁
Op het display verschijnt de tekst Code invullen en
de waarde 00.
4.
Stel met
of
de waarde 17 (code) in.
5.
Bevestig met (OK).
◁
Het installateurniveau met een selectie van menu-
punten verschijnt.
6.2
Live monitor (statuscodes)
Menu → Live monitor
Statuscodes op het display informeren over de actuele be-
drijfstoestand van het product.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 47)
6.3
Controleprogramma's
Naast de installatieassistent kunt u voor de ingebruikneming,
het onderhoud en het verhelpen van storingen ook de test-
programma's oproepen.
Menu → Installateurniveau → Toestel configuratie
Daar vindt u naast het functiemenu, een Zelftest elektro-
nica en de functie Gassoort controleren ook de Testpro-
gramma's (→ Pagina 23).
("i").
of
tot het menupunt Installa-
19