7.14
CV-installatie vullen en ontluchten
Voorafgaande werkzaamheden
▶
Spoel de CV-installatie grondig door voor u deze vult.
1.
Maak de kap van de snelontluchter (1) los met één tot
twee slagen en laat deze in deze stand staan, omdat
het product op deze manier tijdens bedrijf automatisch
ontlucht.
2.
Kies het controleprogramma P.06.
◁
De 3-wegklep beweegt zich in de middelste stand,
de pompen lopen niet en het product treedt niet in
CV-functie.
3.
Neem de aanwijzingen bij het onderwerp CV-water
voorbereiden (→ Pagina 23) in acht.
4.
Verbind de vulkraan van de CV-installatie op de aan-
sluittoebehoren conform de normen met de CV-water-
toevoer, indien mogelijk met een koudwaterkraan.
5.
Voorzie het verwarmingscircuit van water.
6.
Open alle thermostatische radiatorkranen.
7.
Controleer of de afsluitkranen van de verwarmingsaan-
voer- en -retour geopend zijn.
8.
Open langzaam de vul- en aftapkraan, zodat er water
in het CV-circuit stroomt.
9.
Ontlucht de hoogst gelegen radiator en wacht tot het
water zonder bellen uit de ontluchtingsklep.
10.
Ontlucht alle andere radiatoren tot het CV-systeem
compleet met water gevuld is.
11.
Sluit alle ontluchtingsventielen.
12.
Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
13.
Sluit de ketelvul- en aftapkraan alsook de koudwater-
kraan.
14.
Controleer alle aansluitingen en het volledige circuit op
lekkages.
15.
Om de CV-installatie te ontluchten, kiest u het testpro-
gramma P.00.
◁
Het product schakelt niet in, de interne pomp werkt
met tussenpozen en maakt ontluchting van het
circuit mogelijk.
◁
Het display toont de vuldruk van de CV-installatie.
16.
Om de ontluchtingsprocedure correct te kunnen uitvoe-
ren, dient u erop te letten dat de vuldruk van de CV-in-
stallatie boven de minimale vuldruk ligt.
–
Minimumvuldruk van de CV-installatie: 80 kPa
0020181579_06 Installatie- en onderhoudshandleiding
1
Aanwijzing
Het testprogramma P.00 werkt 7,5 minuten
in het warmwatercircuit en 2,5 minuten in
het CV-circuit.
Na het beëindigen van de vulprocedure
moet de vuldruk van de CV-installatie min-
stens 20 kPa (0,2 bar) boven de tegendruk
van het expansievat (ADG) liggen (P
P
20 kPa (0,2 bar)).
ADG
17.
Als zich na het beëindigen van het testprogramma
P.00 nog teveel lucht in de CV-installatie bevindt, start
het testprogramma dan opnieuw.
18.
Controleer of alle aansluitingen dicht zijn.
7.15
Warmwatersysteem vullen en ontluchten
1
1.
Open de koudwaterstopkraan aan het product.
2.
Vul het warmwatercircuit door alle warmwatertappun-
ten te openen tot er water uit komt.
3.
Sluit een slang aan en open de ontluchtingsklep (1)
aan het warmwatercircuit van het toestel tot er water
uitkomt en sluit deze dan.
4.
Sluit de warmwaterkranen als de betreffende
uitstroomhoeveelheid bereikt is.
5.
Start voor het ontluchten van het circuit het testpro-
gramma P.00.
6.
Zodra het testprogramma P.00 afgesloten is, opent u
de luchtafscheider (1) op het warmwatercircuit van het
toestel, tot er water uitkomt en daarna sluit u deze.
7.16
Gasinstelling controleren en aanpassen
7.16.1 Gasaansluitdruk controleren
(gasstroomdruk)
1.
Sluit de gaskraan.
≥
installatie
25