Foutcodes machine
Beschrijving fout
EE01
Start is ingedrukt zonder dat het bekken op werkhoogte is
gebracht
EE02
Start is ingedrukt zonder dat de beschermkap is aangebracht
EE03
Bekken niet gedetecteerd
EE04
Thermische sensor motor
EE05
Overbelastingsschakelaar voor hefmotor
EE06
Er is geen verbinding tussen bedieningspaneel en frequentie-
omvormer
EE07
Fout in de interne snelheidsaandrijving
EE08
Thermische sensor in interne snelheidsaandrijving
EE09
Te lage spanning
EE10
Er wordt af en toe een hoge voedingsspanning gedetecteerd
EE15
2-hand synchronisatiefout
OL01
Doorlopende overbelasting
OL02
Periodieke overbelasting
OL03
Geblokkeerd
Minder dan 100 tpm en volledig koppel
ELEKTRISCHE DOCUMENTATIE
Neem contact op met de dealer als er elektrische documentatie vereist is.
15
Maatregel
Breng het bekken op werkhoogte
Monteer en sluit de beschermkap.
Druk twee keer op
om het alarm te resetten
Controleer of het bekken correct is geplaatst - (Het is mogelijk
het bekken omlaag te brengen, zelfs als de foutcode wordt
weergegeven.)
Als het bekken correct is geplaatst, druk het dan helemaal
terug in de bekkenarmen zodat de sensor wordt geactiveerd.
Het bekken kan dan omhoog worden gebracht.
Mocht het contact tussen de sensor en het bekken weer wor-
den verbroken, dan wordt de foutcode weergegeven.
Gedurende de eerste 5 seconden dat de foutcode wordt weer-
gegeven, is het mogelijk door te gaan met het omhoog brengen
van het bekken. Daarna stopt de hefbeweging. Druk het
bekken helemaal terug in de bekkenarmen zodat het contact
tussen het bekken en de sensor wordt hersteld. De foutcode
verdwijnt en het bekken kan weer omhoog worden gebracht.
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
Wacht tot de temperatuur van de motor is gedaald tot een
niveau waarop de machine opnieuw kan worden gestart.
Controleer of de externe ventilatie van de hoofdmotor goed
werkt.
Verlaag de belasting en/of de omgevingstemperatuur van de
machine.
Controleer of de hefaandrijving voorbij de schakelaar is bewo-
gen en de vaste eindaanslag raakt.
Haal de hefaandrijving los van de bekkenarmen. Controleer of
de wrijving tussen de bekkenarmen en de as in orde is.
Controleer de hefaandrijving zonder dat deze op de bekkenar-
men is gemonteerd.
Bel een monteur.
De oorzaak kan een fout zijn in de bedrading, het bedienings-
paneel of de frequentieomvormer.
Bel een monteur.
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
De fout verdwijnt zodra de temperatuur is gedaald.
Verlaag de belasting en/of de omgevingstemperatuur van de
machine.
De spanning moet worden gecontroleerd door een monteur.
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
Bel een monteur.
Controleer de voeding
Zie de bedieningsinstructies voor een nadere uitleg.
Bel een monteur.
Fout bij de knoppen voor het omhoog brengen van het bekken
Lees de foutcodes voor FI af voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de fout.
Procedure in geval van overbelasting
• Druk op de noodstop
• Open het beveiligingsscherm
• Verminder de hoeveelheid in het bekken
• Sluit de beschermkap en geef de noodstop vrij.
Na korte tijd schakelt het display terug naar de normale stand
en kan de machine weer worden gestart.