De hartslagmeter koppelen
(optioneel)
Als u de hartslagmeter de eerste keer aan de
Forerunner koppelt, dient u 10 meter afstand
van andere hartslagmeters te houden.
De hartslagmeter gebruiken
De hartslagmeter is stand-by en klaar om
gegevens te verzenden. Zorg ervoor dat de
hartslagmeter rechtstreeks in contact met
uw huid staat, vlak onder uw borstkas. Het
toestel moet strak genoeg zitten om niet te
verschuiven tijdens het hardlopen.
1. Koppel de module van de hartslagmeter
aan de band.
2. Bevochtig de elektroden
achterzijde van de band om een sterke
verbinding tussen uw borst en de zender tot
stand te brengen.
OPMERkING: sommige hartslagmeters
beschikken over een contactoppervlak
Bevochtig het contactoppervlak.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
➊
aan de
➋
➌
➍
➌ ➋
3. Wikkel de band om uw borstkas en steek
de haak van de band
oPmerking: het Garmin-logo dient
niet op de kop te worden weergegeven.
4. Zorg dat de Forerunner zich tijdens
het koppelen binnen drie meter van de
hartslagmeter bevindt.
oPmerking: als de hartslaggegevens
onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, dient u de band strakker
➊
om uw borst aan te trekken of gedurende
vijf tot tien minuten een warming-up uit
te voeren.
5. Druk op
Instellingen run
Ja.
Hartslaginstellingen
Stel voor de nauwkeurigste caloriegegevens
uw maximumhartslag en uw hartslag in rust
in. U kunt vijf hartslagzones instellen om uw
cardiovasculaire kracht te helpen meten en
.
verbeteren. Als u tijdens het aanbrengen van
➋
in de lus.
➍
mode
en selecteer
Instellingen
>
Hartslag
>
Aan de slag
>
ANT+ HS
>
3