36
Tabel 4: Meest voorkomende storingen.
Mogelijke oorzaken
Bedrijfsvloeistoftank of vlotterontluchter niet gevuld met vloeistof
1
Er komt lucht of gas uit de vloeistof
2
Er is een luchtzak in de zuigleiding
3
Er is een luchtlek in de zuigleiding
4
8
De manometrische zuighoogte is te groot
Zuigleiding of zuigkorf is verstopt
9
Voetklep of zuigleiding is onvoldoende ondergedompeld tijdens bedrijf
10
NPSH beschikbaar is te laag
11
Toerental is te hoog
12
Toerental is te laag
13
14
Draairichting is verkeerd
Pomp werkt niet bij het juiste bedrijfspunt
15
Soortelijke massa vloeistof is anders dan berekend
16
Viscositeit vloeistof is anders dan berekend
17
Pomp werkt bij te kleine vloeistofstroom
18
Foutieve pompkeuze
19
20
Verstopping in waaier of pomphuis
Verstopping in het leidingsysteem
21
Pompeenheid foutief opgesteld
22
Pomp en motor niet goed uitgelijnd
23
Aanlopen van een draaiend onderdeel
24
Onbalans in draaiende delen bv waaier, pompwiel, koppeling
25
26
Pompas slingert
Lagers defect of versleten
27
Slijtring defect of versletenn
28
Waaier is beschadigd
29
Loopvlakken van de mechanische asafdichting zijn versleten of beschadigd
30
Mechanische asafdichtingen of lipringafdichtingen niet goed gemonteerd
32
Mechanische asafdichtingen of lipringafdichtingen niet geschikt voor gebruikte vloeistof
33
of bedrijfsomstandigheden
Pompwieldeksel scheef aangehaald
34
Axiale opsluiting van waaier of pompas defect
37
38
Foute montage van de lagers
Te veel of te weinig lagersmering
39
Smeermiddel is verkeerd of verontreinigd
40
Te hoge axiaalkracht door versleten rugschoepen of te hoge inlaatdruk
42
Luchtinlaatventiel staat dicht
43
Luchtinlaatventiel staat geopend
44
Storingen oplossen
CH/NL (1611) 5.5