Wanneer de GPS-ontvanger rechts van het
2.
asmidden is gemonteerd,
onder "A" een positieve waarde voor de afstand
tussen GPS-ontvanger en asmidden invoeren
of
Wanneer de GPS-ontvanger links van het
asmidden is gemonteerd,
onder "A" een negatieve waarde voor de afstand
tussen GPS-ontvanger en asmidden invoeren.
Wanneer de GPS-ontvanger voor het asmidden
3.
is gemonteerd,
onder "B" een positieve waarde voor de afstand
tussen GPS-ontvanger en asmidden invoeren
of
Wanneer de GPS-ontvanger achter het
asmidden is gemonteerd,
onder "B" een negatieve waarde voor de afstand
tussen GPS-ontvanger en asmidden invoeren.
4. Onder "C" de afstand tussen achteras en
koppelpunt invoeren.
De geometriegegevens voor de tractor zijn
vastgelegd.
Om de geometriegegevens te kunnen gebruiken,
5.
in het menu "Tractordata" de functie
"Geometriegegevens zenden" inschakelen.
9.4
Tractorsensoren configureren
De tractorsensoren moeten alleen worden
geconfigureerd, wanneer de tractor geen
snelheidssensoren heeft en dus geen snelheidsdata
verzendt. De snelheidsdata kunnen in dit geval door
externe sensoren, bijvoorbeeld wielsensoren of GPS-
MG5560-NL-II | E.1 | 22.04.2020
9 | Tractoren instellen
Tractorsensoren configureren
CMS-I-001263
CMS-I-001643
CMS-T-002594-B.1
51