4.4
Programma's
U kunt met het draaiwiel één van de volgende programmacategorieën uitkiezen:
• Handmatig programma: 1
• Verschillende profielen voor ingestelde trainingsprogramma's: 12
• Gebruikersspecifiek trainingsprogramma: 1
• Hartfrequentie-georiënteerde trainingsprogramma's: 4
• Wattgestuurd trainingsprogramma: 1
4.4.1
Handmatig programma
Voor een handmatige training kiest u in het display „Manual" uit. Bevestig uw input
met de ENTER-toets. Nadat het profiel begint te blinken, kunt u aan de ENTER-toets
draaien om het moeilijkheidsniveau in te stellen. Ter bevestiging drukt u op de ENTER-
toets. Daarna bepaalt u op dezelfde manier de instellingen voor tijd, tijdsafstand,
het gestreefde aantal calorieën en de doelhartfrequentie. Nadat u alle parameters
ingesteld heeft, begint uw training. Het moeilijkheidsniveau kunt u op elk moment
tijdens de training verhogen of verlagen.
Indien u voor tijd, afstand en calorieën een doelwaarde ingeeft, eindigt de training
automatisch wanneer één van deze doelwaarden bereikt werd. Indien u enkel naar
één van deze waarden wilt trainen, hoeft u enkel de gestreefde doelwaarden ingeven,
alle andere waarden hoeft u niet meer ingeven. Wanneer u een doelpolsslag ingeeft,
hoort u een signaal wanneer u deze pols overschreden heeft.
4.4.2
Trainingsprogramma's
Het toestel biedt u 12 voorgeprogrammeerde trainingsprogramma's. U vindt deze
programma's door op het display met de ENTER-toets „Program" te kiezen. Het display
toont twee seconden lang P1 en wisselt dan naar het trainingsprofiel. U kunt aan
de ENTER-toets verder draaien om één van de 12 programma's uit te kiezen. Bij het
gewenste programma drukt u ter bevestiging opnieuw op de ENTER-toets. U kunt het
programma evenwel op dit moment onmiddellijk starten door op de START-toets te
drukken. Anderzijds kunt u het programma individueel aanpassen.
22
X7.1