1. Afstandsbeugel
2. Stootblok
1.
De hefcilinders moeten volledig zijn
teruggetrokken.
VOORZICHTIG: Een complete laadbak weegt
ongeveer 78 kg: probeer daarom de laadbak niet
in uw eentje te monteren of te verwijderen. Doe
dit met twee of drie andere personen.
2.
Plaats de laadbak voorzichtig op het frame van
het voertuig en houd daarbij de gaten van de
achterste draaiplaat van de laadbak tegenover de
gaten in de achterste framebalk en monteer (2)
gaffelpennen en lynch-pennen (Fig. 10).
3.
Laat laadbak zakken en zet beide uiteinden van de
cilinderstang vast in de juiste sleuven in de
bevestigingsplaten van de laadbak met een
gaffelpen en een lynch-pen. Monteer de gaffelpen
vanaf de buitenkant van de laadbak met de lynch-
pen naar buiten (Fig. 10). De achterste sleuven
zijn bestemd voor de montage van de complete
laadbak en de voorste sleuven voor de montage
van
2
⁄
laadbak.
3
Opmerking: De motor moet wellicht worden
gestart om de cilinders naar buiten te schuiven of
terug te trekken teneinde de gaten recht tegenover
elkaar te plaatsen. Houd uw vingers uit de
buurt!
Opmerking: U kunt de ongebruikte sleuf
afsluiten met een tapbout en een moer om
vergissingen bij de montage te voorkomen.
4.
Start de motor en haal de laadbak op met behulp
van de hydraulische hefhendel. Laat de hefhendel
Figuur 11
los en zet de motor af. Zet de opgehaalde laadbak
vast met een takel of blokken om te voorkomen
dat deze per ongeluk valt.
5.
Monteer de lynch-pennen aan de binnenste
uiteinden van de gaffelpennen.
Opmerking: Als de automatische
achterklepontgrendeling is gemonteerd op de
laadbak, moet u de frontstorthendel aan de
binnenkant van de linker gaffelpen plaatsen
alvorens de lynch-pen te monteren.
6.
Als de cilinders zijn gemonteerd, kunt u de
laadbakbeveiliging gebruiken om te voorkomen
dat de laadbak per ongeluk neerkomt. Zie De
laadbakbeveiliging gebruiken, blz. 39.
17