Hydraulische zeef reinigen
(Fig. 53)
1.
Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2.
Verwijder de aftapplug (Fig. 51) uit de zijkant van
het reservoir en laat de hydraulische vloeistof in
een opvangbak lopen.
3.
Verwijder de hydraulische leiding en de
aansluiting waarmee deze aan de zeef aan de
zijkant van het reservoir is bevestigd.
1. Hydraulische zeef
4.
Verwijder de zeef en reinig deze door hem van
achteren door te spoelen met een schoon
ontvettingsmiddel. Laat het filter aan de lucht
drogen voordat u het terugplaatst.
5.
Plaats de zeef terug.
6.
Monteer de hydraulische leiding en aansluiting
weer aan de zeef.
7.
Monteer de aftapplug en draai deze weer vast.
8.
Vul het reservoir met ongeveer 7,1 l Dextron III
ATF. Zie De hydraulische vloeistof controleren,
blz. 20.
Figuur 53
De bougies vervangen (Fig. 54)
Vervang de bougies om de 400 bedrijfsuren. Dit zorgt
ervoor dat de motor goede prestaties levert en het
niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt.
De correcte bougie is een Champion RN 14YC of
NGK BPR 4ES.
De aanbevolen elektrodenafstand is 0,812 mm.
Opmerking: Een bougie heeft meestal een lange
levensduur. U moet de bougie echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1.
Maak de omgeving van de bougies schoon zodat
er geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2.
Maak de kabels los van de bougies en verwijder
de bougies uit de cilinderkop.
3.
Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
: Een gebarsten, aangetaste, vuile of
Belangrijk
andere gebreken vertonende bougie moet worden
vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen,
afkrabben of reinigen met een staalborstel omdat
hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder
terechtkomen. Dit leidt meestal tot beschadiging van
de motor.
4.
Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de
centrale elektrode en de massa-elektrode 0,81 mm
bedraagt. Plaats een bougie met de juiste
elektrodenafstand en draai deze vast met een
torsie van 20-27 Nm. Als u geen momentsleutel
gebruikt, moet u de bougie stevig vastdraaien.
5.
Sluit de bougiekabels aan op de bougie.
47
Figuur 54