Het koelsysteem controleren
(Fig. 17)
De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 3,3 liter.
Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water,
half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat.
Controleer elke dag vóór het starten van de motor het
koelvloeistofpeil.
1.
Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak.
VOORZICHTIG
Wanneer de motor heeft gelopen en de
radiatordop wordt verwijderd, kan er onder druk
staande hete koelvloeistof ontsnappen. Dit kan
brandwonden veroorzaken. Laat de motor
minstens 15 minuten afkoelen of totdat de
radiatordop zover is afgekoeld dat u deze kunt
aanraken zonder uw hand te branden.
2.
Controleer het koelvloeistofpeil. De koelvloeistof
moet tot aan de KOUD-streep op de reservetank
staan, als de motor koud is.
3.
Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u
de dop van de reservetank en vult u het koel-
systeem bij met een oplossing die half uit water,
half uit permanente ethyleenglycol-antivries
bestaat. NIET TE VOL VULLEN.
4.
Plaats de dop van de reservetank terug.
3
2
1. Reservetank
2. Koud-streep
3. Heet-streep
De hydraulische vloeistof
controleren (Fig. 18)
Het reservoir van de transaxle is gevuld met Dextron
III ATF. U moet echter het peil controleren voordat u
machine voor de eerste keer in gebruik neemt en
daarna om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. De inhoud
van het systeem is 7,1 liter.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Maak de omgeving van de peilstok schoon.
3.
Schroef de peilstok uit de bovenkant van de
transaxle en veeg deze af met een schone doek.
1. Peilstok
4.
Steek de peilstok in de transaxle. Let erop dat de
peilstok er volledig in schuift. Haal de peilstok uit
de transaxle en controleer het vloeistofpeil. Het
vloeistofpeil moet tot aan het platte deel van de
peilstok staan. Als het peil te laag is, vult u
voldoende vloeistof bij totdat de vloeistof het
vereiste peil bereikt.
20
Figuur 17
1
Figuur 18
1