X
X
Nadat de smartphone is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
naar 'Afbeeldingen verzenden'
•
Wanneer u zich in de buurt van een toegangspunt bevindt, waar
u eerder verbinding mee hebt gemaakt, wordt de camera er
automatisch mee verbonden in stap 3. Voor het wijzigen van
toegangspunten selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
weergegeven wanneer de verbinding tot stand is gebracht en voert u
stappen 4 tot en met 5 van 'Een computer toevoegen'
•
Alle camerabeelden kunnen worden bekeken op de verbonden
smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de camerabeelden
privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de
smartphone, kiest u [Nee] in stap 7.
•
U kunt verbinding maken met smartphone waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt door deze te selecteren in het scherm [Apparaat selecteren] in stap 3.
•
Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen <q><r>
te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
•
Het kwaliteitsniveau van films dat kan verzonden worden, is afhankelijk van
de smartphone. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij uw smartphone is
meegeleverd voor details.
•
Om meerdere smartphones toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
•
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen, moet
u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen bij [Apparaat
bewerken] in stap 3 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
Verbinding maken met een andere camera
U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en afbeeldingen tussen
de twee camera's verzenden.
(=
107).
•
Er kan alleen een draadloze verbinding worden gemaakt met Canon-camera's
met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met
Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen Wi-Fi-functie
hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met DIGITAL IXUS
WIRELESS-camera's.
(=
102) uit.
1
Open het Wi-Fi-menu.
z
z
Druk op de knop <o>.
2
Kies een camera.
z
z
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [4] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3
Kies [Apparaat toevoegen].
z
z
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
z
z
Volg stappen 1–3 op de doelcamera.
X
X
Er wordt informatie over de verbinding met
de camera toegevoegd als [Verbinding op
doel- camera starten] wordt weergegeven op
beide cameraschermen.
X
X
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
naar 'Afbeeldingen verzenden'
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
(=
107).
99