Overige instellingen
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen:
(Fijn). Zie Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart
richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een
geheugenkaart passen.
Configureer de instelling.
z
z
Druk op de knop <m> en kies [
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
Instellingen van de IS-modus wijzigen
z
z
Druk op de knop <n>, kies [IS
modus] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie
Continu
Opname*
Uit
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor filmopnamen.
Foto's
(Superfijn),
(=
147) voor
] in het
33).
Foto's
Films
(=
34).
Optimale beeldstabilisatie voor de
opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent
IS)
(=
40).
Beeldstabilisatie is alleen actief op
het moment van de opname.
Schakelt de beeldstabilisatie uit.
•
Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
4
P-modus
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
71