X
X
De camera piept en [
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
X
X
[
] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
z
z
Druk nogmaals op de knop <q> als u het
volgen wilt stoppen.
3
Maak de opname.
z
z
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [
het onderwerp volgt terwijl de focus en
belichting worden aangepast (Servo AF)
(=
68).
z
z
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
X
X
Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
•
[Servo AF]
(=
68) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden
gewijzigd.
•
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
•
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
•
[e] en [u] zijn niet beschikbaar.
•
De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <q> te drukken. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
] verschijnt
Centrum
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
•
Een geel AF-kader wordt weergegeven met [
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
AF-puntzoom
•
Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein]
•
De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom
] dat
•
Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
Opnamen maken met Servo AF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Foto's
(=
47) is niet mogelijk.
(=
34) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
(=
41) of de digitale teleconverter
1
Configureer de instelling.
z
z
Druk op de knop <n>, kies [Servo
AF] op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
34).
2
Stel scherp.
z
z
De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
Voorblad
Voorblad
Films
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
] als de camera niet
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
(=
66) gebruikt.
opnamemodi
4
4
P-modus
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
Foto's
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
68