2
Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
z
z
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
De camera gaat nu in stand-by voor de
X
X
opname en op het scherm verschijnt [Kijk
recht naar camera om aftellen te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
X
X
van de zelfontspanner.
4
Ga bij de anderen staan in het
opnamegebied en kijk naar de
camera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
X
X
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
z
z
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u
deze hebt ingesteld, drukt u op de knop
<n>.
•
Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
•
Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie]
voor de laatste opname.
Geef een sluitertijd van 1–15 seconden op om opnamen met een lange
sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
(=
47) is alleen beschikbaar
Opnamen met lange sluitertijd maken (Lange
sluiter)
1
Selecteer [N].
z
z
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes'
2
Selecteer de sluitertijd.
z
z
Druk op de knop <o>, druk op de knoppen
<q><r> om de sluitertijd te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
3
Controleer de belichting.
z
z
Druk de ontspanknop half in om de
belichting voor de door u geselecteerde
sluitertijd te bekijken.
4
Maak de opname.
•
De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het
scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
•
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto
kunt maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te
voorkomen.
•
Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een andere manier om de camera stil te houden
Foto's
(=
51) uit en kies [N].
(=
71).
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
58