6
Stel een Webservice in die u wilt
gebruiken.
z
z
Volg de instructies op het scherm om
de instellingen te voltooien voor de
Webservices die u wilt gebruiken.
z
z
Nadat u klaar bent met het instellen van de
Webservice, klikt u onder aan het scherm
op [Finish/Voltooien] om deze af te sluiten.
7
Webservice-instellingen
toepassen op de camera.
z
z
Kies de naam van de Webservice die u wilt
instellen op de camera en klik op [
het midden van de lijsten.
X
X
De naam van de Webservice die op de
camera wordt opgeslagen, wordt in de lijst
[Camera] weergegeven.
z
z
Klik op [o] of [p] om de volgorde van de
Webservices te wijzigen die in het Wi-Fi-
menu van de camera worden weergegeven.
z
z
Sluit het venster nadat u de instellingen in
de [Camera]-lijst volgens uw wensen hebt
aangepast.
X
X
De instellingen van webservices en voor
het overdragen van afbeeldingen via de
server worden toegepast op de camera.
•
Er is een internetverbinding vereist om toegang te krijgen tot CANON
iMAGE GATEWAY (er moet een internetbrowser op de computer zijn
geïnstalleerd, u moet een abonnement hebben bij een internetprovider en
er moet een actieve internetverbinding zijn).
•
Controleer CANON iMAGE GATEWAY voor browserinstellingen (Microsoft
Internet Explorer, enzovoort), voorwaarden en versie-informatie wanneer u
verbinding maakt met CANON iMAGE GATEWAY.
•
Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een ISP-verbinding en
het gebruik van een toegangspunt.
•
Nadat u zich voor de tweede keer hebt aangemeld bij CANON iMAGE
GATEWAY in stap 5, wordt het scherm in stap 7 weergegeven. Klik op [Edit
Web Services/Webservices bewerken] om de instellingen te wijzigen voor de
Webservices die u gebruikt.
•
Om Webservices toe te voegen of te wijzigen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 2.
Verbinding maken met Webservices
Verbinding maken met Webservices die voor de camera geregistreerd zijn.
] in
1
Open het Wi-Fi-menu.
z
z
Druk op de knop <o>.
2
Kies een Webservice.
z
z
Druk op de knoppen <o><p><q><r> en
selecteer het pictogram van de webservice
waarmee u verbinding wilt maken, en druk
vervolgens op de knop <m>.
z
z
Als de webservice meerdere
geadresseerden heeft, selecteert u de
gewenste geadresseerde op het scherm
[Ontvanger selecteren] en drukt u op de
knop<m>.
3
Maak verbinding met een
toegangspunt.
z
z
Maak bij een WPS-compatibel
toegangspunt verbinding met het
toegangspunt door stappen 4 tot en met 6
uit voeren van 'Een computer toevoegen'
(=
102).
z
z
Voor een toegangspunt dat niet WPS-
compatibel is, kunt u verbinding maken met
het toegangspunt door stappen 2 en 3 van
'Verbinding maken met toegangspunten in
de lijst'
(=
104) uit te voeren.
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
96