Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig
automatisch worden geselecteerd.
1
Schakel de camera in.
z
z
Druk op de ON/OFF-knop.
X
X
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2
Open de modus [ A ].
z
z
Stel de modusschakelaar in op [ A ].
z
z
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
X
X
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven
X
X
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3
Kies de compositie.
z
z
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
Zoombalk
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
Foto's
Films
(=
39, 40).
4
Maak de opname.
Foto's maken
Stel scherp.
z
z
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
X
X
Wanneer op meer dan één gebied is
scherpgesteld, worden meerdere AF-
kaders weergegeven.
Maak de opname.
z
z
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
X
X
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser automatisch
af.
z
z
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
X
X
De opname wordt pas weergegeven
wanneer de camera gereed is voor de
volgende opname.
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
2
Smart Auto-
Smart Auto-
modus
modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
37