•
De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale teleconverterinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in 'Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)' uit te voeren
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
z
z
Druk op de knop <n>, kies [AF
Frame] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie
Gezichts-AiAf
•
Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en
de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [
•
Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
•
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
•
Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
(=
41).
Foto's
Films
(=
34).
Foto's
Films
]) instellen.
•
Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
•
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo
AF
(=
68) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
•
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
-
Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-
Onderwerpen die donker of licht zijn
-
Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
•
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
•
Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF
Tracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1
Selecteer [AF Tracking].
z
z
Voer de stappen in 'De modus AF Frame
wijzigen'
selecteren.
X
X
[
van het scherm.
2
Kies een onderwerp waarop u
wilt scherpstellen.
z
z
Richt de camera zo dat [
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop <q>.
Foto's
(=
67) uit om [AF Tracking] te
] wordt weergegeven in het midden
] op het
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
4
P-modus
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
67