Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
•
Controleer of de batterij is opgeladen
(=
•
Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst
•
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
12).
•
Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
De batterij is snel leeg.
•
Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
•
Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
De lens wordt niet ingetrokken.
•
Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit
De batterij is gezwollen.
•
Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact
opnemen met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op
een tv (= 1 22).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
•
Druk in de afspeelmodus
(=
14) de ontspanknop half in
11).
(=
12).
(=
12).
(=
32).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (= 3 2).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
•
Bij helder licht kan het scherm donker worden.
•
Bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren.
•
Als u een opname maakt met een heldere lichtbron, kan er een paarsachtige band
verschijnen op het scherm.
Er is geen datumstempel aan de beelden toegevoegd.
•
Configureer de instelling [Datumstemp.
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebt geconfigureerd
(=
43).
•
Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamemodi
instelling niet kan worden geconfigureerd
[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en opnemen is niet mogelijk (= 3 8).
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (= 4 3).
•
Stel [IS modus] in op [Continu]
(=
71).
•
Stel de flitsmodus in op [h]
(=
70).
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
62).
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit]
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan]
(=
48).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
]
(=
113). Datumstempels worden niet
(=
144) waarbij deze
(=
43).
(=
71).
(=
32).
(=
148).
(=
68, 69).
Voorblad
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Smart Auto-
modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu
Instellingen
8
Accessoires
9
9
Bijlage
Bijlage
Index
132