7.2.4
Sterilisatie
1. Controleren of de handgreep geen vuil of barsten vertoont.
Ø Als de handgreep vuil is, de handgreep opnieuw reinigen.
Ø Als de handgreep een of meerdere barsten vertoont, is hij onbruikbaar en moet hij volgens
de geldende protocollen worden verwijderd.
2. De handgrepen op de sterilisatorplaat leggen volgens één van de drie hieronder beschreven
methoden:
Ø Gewikkeld in een sterilisatieverpakking (dubbele verpakking of gelijksoortig).
Ø Gewikkeld in een papieren of plastic sterilisatiezak.
Ø Zonder verpakking noch zak, vergrendelknop naar onder.
3. De biologische en/of chemische indicatoren bijvoegen om het sterilisatieproces te controleren
(de geldende voorschriften aanhouden).
4. De sterilisatiecyclus starten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de sterilisator.
Sterilisatiecyclus
ATNC (Prion)
Prevacuüm
Tab. 16:
Voorbeeld van een sterilisatiecyclus met stoom
LUCEA 50-100
IFU 01741 NL 11
Reiniging en sterilisatie van de steriliseerbare handgrepen STG HLX
W
!
AA RS C HU WI NG
Risico van infectie
Een steriliseerbare handgreep die de aanbevolen sterilisatiecycli overschre-
den heeft, kan van zijn houder vallen.
Het gebruik van de steriliseerbare handgrepen van het type STG PSX kan met
de gegeven sterilisatieparameters niet worden gegarandeerd na 50 gebruiks-
beurten en voor de handgrepen STG HLX niet na 350 gebruiksbeurten. Gelie-
ve het aantal aanbevolen cycli in acht te nemen.
A
AN W IJZIN G
De steriliseerbare handgrepen STG PSX zijn niet compatibel met de LUCEA
50-100.
A
AN W IJZIN G
De steriliseerbare handgrepen STG HLX zijn ontworpen om in de autoclaaf te wor-
den gesteriliseerd.
Temperatuur
(°C)
134
Reiniging/Ontsmetting/Sterilisatie
Tijd
(min.)
18
7
Drogen
(min.)
̶
49 / 60