cartridges hebt geplaatst, verwijder ze dan en plaats de SETUP-cartridges om de printerinstallatie te
voltooien. Na het voltooien van de printerinstallatie kunt u gewone cartridges gebruiken.
als u nog steeds foutberichten krijgt en de printer de inktsysteeminitialisatie niet kan voltooien, contacteer de
HP ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie.
Klik hier voor meer informatie online. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen.
Gebruik geen SETUP-cartridges
Nadat de printer is geïnitialiseerd, kunt u de SETUP-cartridges niet meer gebruiken. Verwijder de SETUP-
cartridges en plaats gewone cartridges. Raadpleeg Inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Niet compatibele inktcartridges
De inktcartridge is niet compatibel met uw printer.
Oplossing: Verwijder deze cartridge onmiddellijk en plaats een compatibele inktcartridge. Zie Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Probleem met printervoorbereiding
De printerklok werkt niet goed, zodat de inkt niet goed wordt verwerkt. Het geschatte inktniveau van de
inktmeter is mogelijk onjuist.
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Als deze onvoldoende is, kunt u dit mogelijk
verhelpen door de reinigingsprocedure voor de printkop uit te voeren. U vindt deze in de werkset.
Papier te kort
Het geplaatste papier is korter dan de minimumvereiste. Er moet papier worden geplaatst dat voldoet aan de
printervereisten. Zie Aanbevolen papiersoorten om af te drukken en Plaats papier voor meer informatie.
Inktcartridge is niet juist geïnstalleerd
De inktcartridge geïdentificeerd in het bericht is niet juist geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat alle inktcartridges juist in de printer zijn geplaatst:
1.
Controleer of de printer aanstaat.
2.
Open de toegangsklep van de inktcartridges.
OPMERKING: Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3.
Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de
sleuf.
4.
Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed contact wordt
gemaakt.
5.
Sluit de toegangsklep van de inktcartridges.
NLWW
Gebruik geen SETUP-cartridges 175