Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
●
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Schuif het papier niet te ver in de invoerlade.
●
Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af.
●
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Zie Aanbevolen papiersoorten om af te
●
drukken voor meer informatie.
Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst leeg is voordat u papier
●
toevoegt. Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie.
●
De wagen met inktcartridges vrijmaken
Verwijder alle voorwerpen, bijvoorbeeld papier, die de wagen met printcartridges blokkeren.
Zie Papierstoringen verhelpen voor meer informatie.
OPMERKING: Gebruik geen gereedschap of andere apparaten om vastgelopen papier te verwijderen. Wees
altijd voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier in de printer.
Als de wagen met inktcartridges niet kan worden bewogen, klik dan hier om de online
probleemoplossing van HP te gebruiken om een blokkering van de wagen met inktcartridges te verhelpen.
Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen.
Standaardwaarden en instellingen terugzetten
Als u bepaalde functies wilt uitschakelen of instellingen wilt wijzigen, kunt u de printer herstellen naar de
oorspronkelijke fabrieks- of netwerkinstellingen.
De printer herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
1.
Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.
Raak Printeronderhoud aan.
3.
Druk op Terugzetten.
4.
Druk op Instellingen terugzetten.
5.
Selecteer welke functie u wilt terugzetten naar de originele fabriekinstellingen:
Kopiëren
●
Scannen
●
Faxen
●
Foto
●
Netwerk
●
Webservices
●
Printerinstellingen
●
126 Hoofdstuk 10 Een probleem oplossen
NLWW