CCI.Command – Verklarende woordenlijst
Pos : 21 /CC-Is obus /Gl oss ar @ 8\mod_1274961991767_6.doc @ 121689 @ 1
7 Verklarende woordenlijst
A-B-modus
Uitschakelvertraging
CCI
CCI.Command
CCI.GPS
Inschakelvertraging
Foutlocaties
Veld
GPS
GPS-drift
GSM
Headland Control
ISOBUS
Koppelpunt
Bochtmodus
LED-afstand
Geleidingsspoor
Parallel tracking
Referentiespoor
Aansluiting
Section control
86
Een parallelrijmodus, waarbij de bestuurder een A-punt en een B-punt plaatst,
het systeem automatisch een rechte lijn trekt tussen beide punten en legt hierbij
in de afstand van de werkbreedte de parallelle geleidingssporen aan.
De dode tijden beschrijven de tijdvertraging tussen de opdracht en het
daadwerkelijk activeren van een deelbreedte (bijv. bij de spuit vanaf het moment
van de opdracht: "deelbreedte inschakelen" tot het middel daadwerkelijk wordt
toegepast).
Competence Center ISOBUS e.V.
GPS-bestuurde deelbreedteschakeling
App met de instellingen voor tractorgeometrie.
De dode tijden beschrijven de tijdvertraging tussen de opdracht en het
daadwerkelijk activeren van een deelbreedte (bijv. bij de spuit vanaf het moment
van de opdracht: "deelbreedte inschakelen" tot het middel daadwerkelijk wordt
toegepast).
Foutlocaties zijn het resultaat van overslaan.
Een veld kan de volgende elementen bevatten: de veldgrens, het referentiepunt,
het referentiespoor, de hindernissen en het bewerkte oppervlak.
Global Positioning System.
GPS is een systeem voor satellietgestuurde positiebepaling.
Door de draaiing van de aarde en de veranderende positie van de satellieten aan
de hemel verschuift de berekende positie van een punt. Dit wordt als GPS-drift
aangeduid.
Global System for Mobile Communication
Standaard voor volledig digitale mobiele telefonienetten, die hoofdzakelijk wordt
gebruikt voor telefonie en korte mededelingen zoals sms.
Virtuele wendakker
ISO11783
Internationale standaard voor gegevensoverdracht tussen in de landbouw
gebruikte machines en apparaten.
Het punt waarop de machine aan de tractor is gekoppeld.
Een parallelrijmodus, waarbij de bestuurder een A-punt plaatst, het gewenste
traject rijdt, wat ook bochten kan bevatten, en een B-punt plaatst. Het systeem
legt het traject vast en legt hiervoor in de afstand van de werkbreedte parallelle
sporen aan.
Via de LED-afstand kan worden vastgelegd hoeveel centimeter afwijking één
segment op de lichtbalk representeert.
Het parallel aan het referentiespoor aangelegde spoor, dat als oriëntering voor
correcte rijaansluiting dient.
Parallelrijhulp
Het door de bestuurder vastgelegde spoor, dat voor de berekening van verdere
parallelle aangelegde geleidingssporen voor spoorgeleiding dient.
Onderdeel van de terminal bestemd voor de communicatie met andere
apparaten.
Automatische deelbreedteschakeling