4.3.3.3
Tractorinstellingen
Op dit tabblad worden de naam van de tractor en de instellingen voor wielsensor,
radarsensor, aftakastoerental en aftakassensor en 3-puntssensor weergegeven.
U heeft de volgende bedieningsmogelijkheden:
Naam bewerken
Signaalbron selecteren
Selecteer uit:
Energiebeheer activeren
Waarde voor uitschakelvertraging invoeren
X-sensor vrijschakelen
Opmerking
Met een terminal van hardwaregeneratie 1 kan de wiel- of de radersensor als
signaalbron worden gekozen. De andere sensor wordt dan automatisch als Niet
beschikbaar weergegeven. De selectie sluit van de één sluit die van de ander uit.
Met een terminal vanaf hardwaregeneratie 2 kunnen beide snelheidssignalen
tegelijkertijd gebruikt worden.
Opmerking
Als de CCI.TECU zich in passieve modus bevindt (vgl. hoofdstuk 4.4) is het niet
mogelijk de parameters van de actieve tractor te bewerken, die door de andere
TECU worden verzonden. De betreffende knoppen worden in dit geval grijs
weergegeven en "CAN 1" wordt als selectie weergegeven.
Niet beschikbaar
Signaalconnector (ISO 11786)
CAN 1 en
GPS (alleen bij de radarsensor).
CCI.TECU – Bediening
21