1.3.4
Gebruik met apparaat
1.3.4.1
Niet ISOBUS-compatibel
1.3.4.2
Ondersteuning van ISOBUS en Task Control
1.3.4.3
Ondersteuning ISOBUS en Section Control
Bij gebruik met een machine die ISOBUS niet ondersteunt zijn de volgende
mogelijke functies beschikbaar:
Parallel Tracking volgens handmatige invoer van de werkbreedte
handmatige aanduiding van het bewerkte oppervlak
Bij gebruik van een machine die ISOBUS en Task Control ondersteunt zijn de
volgende mogelijke functies beschikbaar:
Parallel tracking (werkbreedte wordt automatisch doorgegeven)
Automatische aanduiding van het bewerkte oppervlak (werktoestand van de
machine wordt bij actieve opdracht doorgegeven).
Een machine die ISOBUS en Task Control ondersteunt, komt overeen met de
AEF-functionaliteit TC-BAS en TC-GEO (vgl. hoofdstuk 8).
Bij gebruik van een machine die ISOBUS en Section Control ondersteunt, zijn de
volgende functies beschikbaar:
1.
Parallel tracking (werkbreedte wordt automatisch doorgegeven)
2.
Automatische aanduiding van het bewerkte oppervlak (werktoestand van de
machine wordt bij actieve opdracht doorgegeven).
3.
Automatische Section Control (geometrie wordt door de machine
doorgegeven).
Een machine die ISOBUS en Section Control ondersteunt, komt overeen met de
AEF-functionaliteit TC-SC (vgl. hoofdstuk 8).
CCI.Command – Inleiding
7