Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijrichting Corrigeren - CC-ISOBUS CCI 100/200 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor CCI 100/200:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.4.8
A-punt plaatsen / referentiespoor vastleggen
4.4.9

Rijrichting corrigeren

Om een referentiespoor voor Parallel Tracking vast te leggen gaat u als volgt te
werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "A-punt plaatsen" (F2) om het startpunt
voor het referentiespoor vast te leggen.
→ De knop "A-punt plaatsen" (F2) verandert in "B-punt plaatsen" (F2). Dit
wordt door een ander symbool weergegeven.
2.
Rij het traject dat als een referentiespoor moet dienen.
3.
Druk op het touchscreen op de knop "B-punt plaatsen" (F2) om het eindpunt
voor het referentiespoor vast te leggen.
→ Parallel tracking wordt automatisch gestart.
Opmerking
Er wordt een referentiespoor per veld opgeslagen.
Als u een nieuw A-punt instelt, wordt het bestaande referentiespoor overschreven.
Hiervoor is bevestiging van een veiligheidsverdrag vereist.
Bij geactiveerde achteruitrijherkenning, zie ook hoofdstuk 4.3.5.6, herkent
CCI.Command automatisch de rijrichting. Om de herkende rijrichting te corrigeren
gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "Rijrichting corrigeren" (F5).
→ De rijrichting verandert van "Vooruitrijden" naar "Achteruitrijden" of van
"Achteruitrijden" naar "Vooruitrijden".
→ De correctie wordt door de wijziging van het symbool op de knop (F5)
weergegeven.
Opmerking
Als CCI.Command achteruitrijden herkent, wordt een kleine rode pijl weergegeven.
CCI.Command – Bediening
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor CC-ISOBUS CCI 100/200

Inhoudsopgave